ZWAAR OUDERSCHAP

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

3 de december de 2020

ZWAAR OUDERSCHAP

“We hebben een dochtertje van 3 jaar en een jongen-meisjetweeling van 18 maanden. Allebei ervaren we het ouderschap als zwaar”.

De mail van de moeder gaat verder:
“De dagen dat iedereen thuis is, verlopen hectisch. De tweeling is druk en maakt veel ruzie. Ze pakken elkaars speelgoed af, ze slaan elkaar, trekken laden open, klimmen op het meubilair, etc. Het voelt alsof ik de hele dag politieagent speel. Aan het eind van de dag ben ik gesloopt. De tweeling begrijpt ons goed, maar praat nog weinig. We proberen hun spraak zoveel mogelijk te stimuleren door veel te benoemen en te lezen, maar ze hebben een korte spanningsboog. Hoe krijg ik meer rust in de dag en moet ik iets aan de spraakontwikkeling doen?

Dit ouderschap is ook zwaar; veel pittiger dan menige baan. Het gaat om drie kleine kinderen die alle drie nog veel aandacht vragen en nodig hebben. De leeftijd waarop een kind lekker gaat spelen zonder veel hulp van buitenaf, is rond vier jaar. Verder is bekend, uit onderzoek, dat de eerste twee jaar van een tweeling meer stress geeft dan de opvoeding van twee eenlingen.
Een aantal trucs kunnen echter wel helpen om een en ander iets makkelijker te maken.

• Deel de dag op in dagdelen waardoor je activiteiten afwisselt. Bijvoorbeeld ’s morgens eerst een tijdje spelen, daarna naar buiten of -indien niet mogelijk- 20 minuten kindertv, daarna een poosje ‘gescheiden spelen’. Dat wil zeggen dat je zorgt dat de kinderen even wat minder boven op elkaar zitten. Je kunt hiervoor de box gebruiken. Een kind kan het heerlijk vinden om daar een poosje ongestoord te spelen. Het is voor hen een rustplek. Zorg voor wat speciale speeltjes die alleen daar te vinden zijn. Ook voor de oudste. Het vermindert het aantal botsingen tussen hen.
• Een tweeling van anderhalf jaar kan nog niet samenspelen. Speelgoed is voor beiden hun manier om het ‘ik gevoel’ te ontwikkelen. Daarom is alles ‘van mij’, ook het speelgoed van de broer of zus. Zorg dat ze hun eigen dingen hebben die duidelijk verschillend zijn en ook andere die hetzelfde zijn, maar dan wel gedifferentieerd, bv met een sticker, rood voor de een, blauw voor de ander. Op een gegeven moment zullen ze snappen wat van wie is en zullen ze dat aan elkaar geven. Nu staan ze echter nog aan het begin van dit leerproces. Wees geduldig en herhaal veel (“nee, dit is van je broer/zus”). Houd voor ogen dat ze eens juist heel leuk zullen kunnen samenspelen.
• Probeer op die hectische dagen een paar uurtjes hulp te krijgen. In de huidige samenleving zijn de ouders vaak te alleen met hun kids. Een vriendin die leuk is met kinderen en jou gezelschap houdt, breekt een lange middag. Het geeft je ook de kans om even met één kind er uit te gaan. Het kan ook een student zijn. Juist nu, vanwege Corona, hebben ze veel vrije tijd. Ook kunnen jullie met zijn vijven naar het park, iets dat alleen een zware klus is. Naar buiten gaan helpt zowel de kinderen als de ouder. Contact met de natuur ontspant.
• Pas je huis zo goed mogelijk aan. Zet slotjes op de laden maar laat één kastje open, bijvoorbeeld in de keuken en plaats daarin plastic bakjes van verschillende grootte. De kleintjes zullen die met veel plezier in en uit elkaar zetten. Nog een paar houten lepels erbij en ze zullen lekker bezig zijn. Ze doen jou na (dat is favoriet op deze leeftijd) en zijn vlakbij jou in de buurt. Verander af en toe de inhoud van ‘hun’ kastje.
• Hoe leger de woonkamer, hoe fijner voor hen. Ze hebben ruimte nodig. Leg af en toe een matrasje op de vloer. Daarop kunnen ze rollen en springen. De oudste doet dingen die de tweeling na zal doen.
• Zorg dat ze tegelijk het middagslaapje doen. Dat geeft jou ruimte en rust.
• Wat betreft de taal, is het bekend dat een tweeling later met het spreken is. De beste remedie is een-op-een aandacht. Probeer momenten te vinden waarop je met een even alleen iets kan doen, zoals een boodschapje. Dit is ook voor jezelf een geniet-moment. Verder is het goed om te weten dat een jongen-meisjetweeling niet de tweelinggroep is die het meeste problemen heeft met de spraakontwikkeling. Dat is meer zo voor de jongenstweelingen. Het meisje is namelijk wat sneller in het praten en stimuleert daarmee haar broertje. Wel is dit meisje iets later met praten dan de meisjestweeling, want haar broertje remt haar enigzins. Maar meestal komt dit vanzelf goed.
Tot slot, door de dag meer te organiseren en te anticiperen op moeilijke momenten, wordt een en ander makkelijker vol te houden. Bedenk ook dat dit een voorbijgaande fase is. Naarmate ze zichzelf beter kunnen redden, wordt het opvoeden lichter.

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp