Wij zijn een tweeling

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

15 de april de 2014

Wij zijn een tweeling

Tussen het derde en vierde levensjaar gaan de kinderen inzien dat ze een tweeling zijn en anders dan de meeste andere mensen, want die zijn een eenling.

Dit begrip is aanvankelijk moeilijk te bevatten.

Bas, drie jaar, probeert dit begrip te doorgronden, nu hij heel vaak van andere mensen de vraag krijgt: ‘Ben jij een tweeling?’. Hij redeneert als volgt: ‘Mark en ik zijn tweeling; papa en mama ook en ook opa en oma. En als Marieke (zijn oudere zus) met haar vriendinnetje speelt, is ze ook een tweeling’.

Sommige tweelingen hebben als volwassenen nog een heldere herinnering aan het moment dat het voor het eerst tot hen doordrong dat ze een tweelingbroer of zus hadden. Sjoerd, dertig jaar: ‘Ik keek naar Sesamstraat en opeens drong tot me door dat mijn broertje altijd naast me zat, op een vaste plek. Opeens begreep ik wat het woord ‘tweeling’ betekende. Ik weet nog dat ik er een heel blij gevoel van kreeg’.

Dr. Nancy Segal, tweelingonderzoeker en deskundige, herinnert zich ook nog hoe dit besef tot haar doordrong: ‘Naast ons woonde een buurjongetje dat bij ons in de klas zat. Hij liep altijd alleen naar school, terwijl ik samen met mijn zusje liep. Als hij een verjaardagsfeestje gaf, deed hij dat ook in zijn eentje, terwijl wij samen een feestje gaven. Toen besefte ik dat wij iets bijzonders hadden wat niet alle kinderen beleefden.’

Susana, drie jaar oud, zegt heel verbaasd tegen haar moeder: ‘Juf krijgt één baby en niet twee’. Ze begrijpt niet goed dat je ook één baby kan krijgen in plaats van twee.

Zo maakt een tweeling een hele ontwikkeling door. Als ze onder de twee jaar zijn, leven ze nog voornamelijk in het ‘wij-gevoel’. Dat duurt tot ongeveer hun tweede verjaardag. Daarna beginnen ze langzaamaan te begrijpen dat ze los van elkaar ieder een eigen persoon zijn. Dan komt de periode waarin ze ‘ik’ gaan zeggen en alles opeens van ‘mij’ is.

En dan ongeveer weer een jaar later, rond hun derde verjaardag of later, krijgen ze door dat ze met zijn tweeën iets bijzonders zijn wat niet alle kinderen zijn: een tweeling! Dan is het ook leuk om hen boekjes voor te lezen van andere tweelingen. Het is fijn voor ze om zich te herkennen in de verhaaltjes. Ook tweelingpoppen geven is nu een leuk cado.

HET PRIMA DONNA EFFECT

Weer een stap verder, is dat een tweeling hun speciale status gaat benutten. Het komt niet zelden voor dat een eeneiige meisjestweeling hun voordeel doet met hun leuke en ontroerende uitstraling. Wie wordt niet gecharmeerd door twee schattig uitziende meisjes die zich vrijwel gelijk bewegen en lachen? De tweeling merkt dit op en leert om hun gelijkenis in te zetten om aandacht te krijgen. Ze zijn vaak populair binnen een klas of bij een sportclub. Iedereen wil wel met ze optrekken en hun vriendin of vriend zijn. Ze zijn vaak aangeboren leiders van een klas of groep, waarschijnlijk omdat ze al van jongsafaan gewend zijn om te bemiddelen en compromissen te sluiten. Deze uitstraling wordt het prima-donna-effect genoemd. Het was de tweelingonderzoekster Helen Koch, die deze term in 1966 introduceerde (ze schreef het boek ‘Twins and Twins relations, University of Chicago Press).

Dit fenomeen is niet altijd positief. Het gevaar is dat de tweeling hun overeenkomsten gaat versterken om op te vallen in plaats van hun verschillen te ontdekken. Dit staat hun autonomie in de weg. Ze worden afhankelijk van elkaar want alleen samen kunnen ze het prima-donna effect in stand houden. Als ouders is het goed hierop bedacht te zijn en te zorgen dat de meisjes regelmatig aparte speelafspraken hebben en ervaringen opdoen zonder het zusje. Hoewel Koch het verschijnsel uitsluitend toeschrijft aan meisjes (met name eeneiige, maar ook wel bij twee-eiige), leid ik uit een brief van een drielingmoeder van jongens af dat ook bij hen zich dit verschijnsel voordoet:

‘Mijn drielingjongens, zes jaar, hangen vaak de clown uit als we buitenshuis iemand ontmoeten. De een begint, de ander valt in en met zijn drieën zijn ze een clownesk trio. Ik vind het niet altijd leuk.’

Tja, het beste is dan om te zorgen dat ze er weinig applaus voor krijgen.

meer informatie: \’Het Grote Tweelingenboek\’, op dit moment in herdruk. Vanaf september 2014 weer leverbaar in een vernieuwde uitgave. Uitgeverij Ad. Donker

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp