VOORKEUR VOOR EEN VAN JE MEERLING

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

3 de juni de 2021

VOORKEUR VOOR EEN VAN JE MEERLING

Van je kinderen houd je evenveel. Dat is een soort ongeschreven regel. Maar is het ook zo?

Volgens onderzoek komt voorkeur voor een bepaald kind in zo’n 50% van de gezinnen voor. Bij gezinnen met kinderen van verschillende leeftijden is het fenomeen makkelijker te vergoeilijken. ‘Zij is mijn lieve kleine schat’ bij verschillende fases of ‘ach…, hij is van jullie allemaal het meest aanhankelijk’, bij verschillende karakters. Maar bij een meerling ligt vergelijking meer op de loer. De kinderen zitten in dezelfde fase en beheersen beide praktisch dezelfde vaardigheden.
Dit neemt echter niet weg dat ook een tweeling, inclusief eeneiigen, verschillende reacties oproept. Elk kind heeft zijn eigen karakter en temperament en de band is altijd anders. Meestal niet minder, maar wel anders. Zolang dat zo is en eventuele voorkeuren fluctueren, is er balans in het gezin. Als dat niet zo is en de voorkeur specifiek één kind betreft en het kind daar onderlijdt (‘ik wou dat ik mijn broertje was’), dan is er het goed je gevoelens onder de loupe te nemen.

ONDERZOEK
Volgens Judith Dubas, Universiteit van Utrecht, heeft het kind dat veel gelijkenissen toont met een ouder grote kans om een oogappeltje te worden. Uit haar onderzoek komt naar voren dat vaders een voorkeur hebben voor het kind dat uiterlijk op hen lijkt. Er wordt vermoed dat dit instinctief is: mannen weten nooit zeker of een kind van hen is, maar als er uiterlijke overeenkomsten zijn, dan is dat aannemelijker. Vrouwen voelen vaak een bijzondere band met het kind dat qua karakter het meest op hen lijkt omdat ze dit kind beter begrijpen. Ook mooie kinderen hebben een grotere kans om het lievelingentje te worden. Uiterlijk speelt onbewust een rol bij voortrekken, als Dubas.
Soms is er een bepaalde situatie die er voor zorgt dat een kind meer aandacht krijgt. Bijvoorbeeld het kind dat een talent heeft. Daar gaat ongewild meer tijd naar toe (denk aan het heen en weer brengen bij een kind dat goed in sport is). Soms is er een zorgenkind. Het is een natuurlijke reactie van ouders om dit kind meer aandacht te geven. Dit kind is kwetsbaar. Vaak komt het kwetsbaardere kind dichter bij zijn ouders te staan en voelt het andere kind zich hierdoor buitengesloten.

Maar ook andere factoren kunnen een rol spelen. Zo blijkt uit onderzoek dat ouders een voorkeur ontwikkelen voor de baby die het eerst uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Deze baby wordt positiever beoordeeld dan de co-twin die later thuiskomt. Die ervaart de moeder als moeilijker en veeleisender, ook al komt dat niet overeen met de werkelijke feiten. Bij ouders die beide baby’s tegelijk thuiskrijgen, wordt dit niet opgemerkt. Dit is eigenlijk heel begrijpelijk: moeder bouwt een band op met haar eerste baby, terwijl ze met het baby’tje dat in het ziekenhuis verblijft, niet tegelijkertijd een even sterke relatie kan opbouwen. Ook blijkt het gewicht van de baby mee te spelen. De stevigste baby beantwoordt meer aan de verwachtingen van de moeder; het kleinste en lichtste baby’tje is eerder de belichaming van haar angsten tijdens de zwangerschap.
Eigen verwachtingen kunnen ook in de weg zitten om beide baby’s gelijk in je hart te sluiten. Dit beschrijft Marion B. West in haar boek ‘Two of everything but me’:
‘Ik voelde me teleurgesteld toen ik mijn baby’s zag. Ze leken helemaal niet een tweeling! Ik had me twee schattige identieke baby’s voorgesteld, maar dit waren twee heel verschillende kindjes; een was tevreden, de ander had een diepe frons op zijn gezichtje, alsof hij het maar niets vond hier op aarde. En ik begreep niet dat ze zo verschillend waren’.

DE SIGNALEN VAN HET KIND
De band die je met je kind opbouwt, komt tot stand op basis van veel factoren. Herken je het kind zoals je je had voorgesteld tijdens de zwangerschap? Voel het direct als eigen? Begrijp je zijn gedrag en zijn huiltjes? Ook de baby geeft signalen af. Hij grijpt je vinger vast of wordt rustig als je hem oppakt. De band komt van twee kanten. De reacties van de baby beïnvloeden jouw moedergevoel. Er is dus een wederzijdse invloed. Misschien voel je je met het ene kind rustiger en meer op je gemak. Je krijgt het makkelijk stil bijvoorbeeld. De ander blijft ontroostbaar. Wat doe ik toch fout? denk je. Waarschijnlijk niets, want elk mensenkind komt met een eigen temperament ter wereld, maar dit soort gedachtes maakt wel dat je je onzeker voelt, misschien zelfs een slechte moeder. Een gemakkelijke bodem voor negatieve gevoelens. Je trekt je in jezelf terug, hetgeen weer een reactie bij je kind oproept. Het wordt nog eisender! En jij nog ongelukkiger. Dit beschrijft psychologe Joan Friedman in haar boek ‘Emotionally healthy twins’ over haar eigen ervaring: ‘Ze waren zo verschillend en ik miste het één op één contact. Toen ik ook nog een voorkeur begon te voelen voor de makkelijke baby, nam ik een drastisch besluit. Ik huurde hulp in, zodat ik apart met de baby’s op stap kon. Dat verstevigde mijn band met hen. Ik leerde mijn moeilijke baby beter begrijpen en daardoor kon ik beter op zijn behoeftes inspelen. De voorkeur verdween. Het waren gewoon twee heel verschillende kinderen.’

Vaak heeft voorkeur ook te maken met de karakters van je kinderen en de rollen die ze in het gezin invullen. Als de één onhandiger is, vaak iets omgooit, zijn spullen stuk maakt dan wel verliest, dan is hij/zij al snel de boosdoener als er iets stuk gaat of kwijt is. De spanningen in het gezin worden op hem /haar afgereageerd.
Marion B. West in haar boek: ‘Ik zie een van de jongens met de rug naar me toe voorovergebogen bij de ijskast staan. Er is iets gevallen, ik word een stroperige massa op de grond gewaar. Ik vaar uit tegen het kind. Het draait zich om en dan zie ik dat het Jeremy is en niet Jon, zoals ik had aangenomen. Mijn boosheid smelt als sneeuw voor de zon. Daar schrik ik van. Hoe kan het zijn dat ik zulke verschillende gevoelens voor de jongens heb? Toegegeven, Jon is degene die het meeste ongelukjes veroorzaaakt en altijd met stukke kleren en schoenen terug uit school komt. Maar deze reactie van mij, dat is niet in de haak!
Deze moeder kan niet anders dan aan zichzelf toegeven dat ze de kinderen anders benadert en een voorkeur heeft. Ze probeert Jon in Jeremy te veranderen. Jeremy is de norm. Dit besef, dat ze zo pijnlijk ervaart op de dag van het ijskast-incident, is het begin van bewustwording van de voorkeur. Het is tegelijkertijd de eerste stap tot verandering.

WAT TE DOEN?
De eerste stap is het je bewust worden van je gevoelens. Niet boos worden of het ontkennen als anderen het ter sprake brengen of als je kind het zegt. Niet defensief reageren maar de gevoelens erkennen. Ieder menselijk wezen kampt met bepaalde gebreken die het vrijuit liefhebben van een kind in de weg staan. Het onvoorwaardelijk houden van hen is een prachtig doel dat iedere ouder voor zijn kinderen nastreeft, maar het is waarschijnlijk de moeilijkste opgave die er bestaat. Soms moeten er obstakels uit de weg geruimd worden voordat het pad er naar toe vrij is.
Dit inzien is een goed begin. De moeder uit het vorige voorbeeld roept nog dezelfde dag de hulp van God in. ‘Voor het eerst vraag ik niet om Jon te veranderen, maar mezelf’.
Elk kind houdt zijn ouders een spiegel voor. Hierdoor kom je jezelf, met je vooroordelen en moeilijke eigenschappen, tegen. Dat maakt kwetsbaar, maar ook menselijk. Hoe eerlijker je er voor uit komt, hoe beter je je zelf leert kennen. Hoe meer zelfkennis, hoe groter de kans tot verandering.
Het praten over ergenissen, oordelen, de zo bekende obstakels die liefde in de weg zitten, met de partner, een goede vriendin of een therapeut, is een volgende goede stap. Voor sommige ouders helpt het om hun gedachtes aan het papier toe te vertrouwen.
Een moeder vertelde me: ‘Ik praatte met een psycholoog. Die zei heel nuchter: “kijk, je kind kan niet veranderen, maar jij wel. En dat moet je doen. Houd van hem. Wees lief. Veins het desnoods. Je zult zien hoe je relatie verbetert”. Dat deed ik. Ik ging juist met hem op stap, hoewel ik liever met zijn zusje ging. Hij reageerde er heel blij op en dat maakte het voor mij weer makkelijker om van hem te houden. Hij is nu gewoon mijn grote lieve dondersteen, van wie ik heel veel houd.’ Juist omdat deze relatie moeilijker tot stand kwam, gaat de liefde vaak diep.
Zelfanalyse is een goede manier om te begrijpen wat je precies in de weg staat. Vaak hebben de afwijzing of ergenissen ten opzichte van een kind te maken met overwerkte pijn uit je eigen jeugd. Je ergert je aan dat wat jij niet mocht doen of zijn. Hoe meer grip je daarop krijgt, hoe beter je relatie met je kind wordt. Bij een voorkeur voor een bepaalde sexe (liever een meisje, liever een jongen) speelt vaak een slechte relatie met de moeder/vader mee.
Een klein gebaar kan al grote gevolgen hebben. Een moeder: ‘Ik voer tegen mijn kind uit. Hij zei toen: “Mama, altijd krijg ik de schuld en nooit mijn broer. Ik wou dat ik mijn broer was. Ik wil niet Mark zijn.” Het sloeg bij me in als een bom. Hij had gelijk, met zijn broer is mijn relatie veel harmonieuzer. Ik knielde naast hem neer, op de deurmat die hij met zijn modderschoenen helemaal vies had gemaakt, de reden van mijn boosheid. “Het spijt me lieverd, ik ben ook strenger tegen jou, omdat je zo veel vies maakt. Maar weet je wat? Ik ga het vanaf nu anders doen. Dat beloof ik je. Vergeef je me?” “Mamma, weet je niet dat ik heel veel van je houd? Natuurlijk vergeef ik je.”

HOE IS HET VOOR HET KIND?
Als er een duidelijke voorkeur is voor één van de twee of drie, dan lijdt het kind eronder. Bij het rijtje van de 10 factoren die een kind ongelukkig maken ‘The Unhappy Child’, van kinderpsycholoog Kenneth Condrell) staat op nummer 6 ‘het voortrekken van een ander kind of kinderen’. Het zoontje Jon uit het eerder genoemde voorbeeld kreeg tics, plaste in bed, had zeer weinig zelfvertrouwen en werd een ongelukkig kind; soms heel lastig, dan weer heel stil. Ook voor het lievelingetje is de situatie ongunstig. Het ontneemt hem de kans op een evenwichtige relatie met zijn tweelinghelft (en eventuele andere kinderen). Er is dan ook vaak veel rivaliteit en competitiviteit tussen de tweeling. De bevoordeelde tweelinghelft voelt zich schuldig ten opzichte van zijn co-twin. De belans in het gezin is zoek.

TOT SLOT
Gedrag is te veranderen. Oude patronen, meegekregen van het gezin van herkomst, kunnen op de helling. Hierbij is de hulp van de partner belangrijk. Vaak begrijpt de ene ouder sommige gedragingen van het kind beter dan de ander en viceversa. Kom elkaar daarin tegemoet. Zo kan de ene partner het kind beter helpen met zijn driftbuien of het leren strikken van de veters. De ander heeft juist een engelengeduld bij het bedritueel. Opvoeden doe je samen, zeker een meerling.
Schuldgevoel, altijd ruimschoots aanwezig, vooral bij moeder, is een nutteloze emotie. Zet het om in inzicht; inzicht in wat er speelt en hoe dat komt. Wees mild voor jezelf. Voorkeur is een menselijk fenomeen waar een ieder in meer of minder mater mee te maken krijgt. De akelige, negatieve gevolgen van de voorkeur ontstaan als het kind voelt dat hij en zijn co-twin verschillend behandeld worden, niet vanwege een noodzaak (de een is bijvoorbeeld ziekelijk of talentvol), maar vanwege vooroordelen en afwijzing.

Diep van binnen wil elke ouder evenveel van zijn kinderen houden en beter gezegd: diep van binnen is er de liefde voor allemaal. Want voorkeur is één ding (een houding die kan veranderen al naar gelang de levensfase waarin je zit) en liefde iets heel anders. Liefde is de zorg die je altijd diep van binnen voelt voor je kinderen. Je kinderen zitten als draadjes aan je vast. Soms raken enkele draadjes wat los en moet je aan de slag om die weer stevig te krijgen. Maar, met hulp, liefde en zelfcompassie, lukt dat. En je kind? Die bloeit op en zegt misschien eens: ‘Weet je nog, mama, dat ik eerst mijn broertje wou zijn? Dat wil ik helemaal niet meer. Ik ben toch Paul?’

Coks Feenstra
ontwikkelingspsychologe, gespecialiseerd in twee- en meerlingen
Dit artikel verscheen in het Tweelingen Magazine van de NVOM, Nederlandse Vereniging van Ouders van Meerlingen, nº 1, 2016

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp