Desalniettemin hebben tweelingen soms ook therapie nodig. Vaker dan eenlingen? Daar zijn de studies verdeeld over; sommige concluderen van niet, anderen van wel.

Hoe dan ook, als een van de twee in therapie gaat, is het belangrijk dat de therapeut de tweelingstatus van zijn client weet. Deze heeft namelijk een grote invloed op het leven van de persoon die deel uitmaakt van een tweeling. En zonder kennis van de therapeut wat betreft de tweelingrelatie en tweelingproblematiek zal de hulp nooit helemaal volledig zijn.

Aldus concludeert dr. Joan Friedman, zelf een van een tweeling, moeder van een tweeling en tweelingtherapeut, in haar nieuwste boek.

Het boek is zeer interessant. Het geeft een kijkje in de werkwijze van een therapeut met een tweeling en het behandelt de meest voorkomende tweelingkwesties waaronder het zoeken naar de eigen identiteit een veelvoorkomend thema is. Niet zo vreemd als je vanaf het prille begin van je leven opgroeit in een nauwe relatie met je co-twin die misschien ook nog eens heel veel op je lijkt, innerlijk en uiterlijk. En met wie je altijd vergeleken wordt.

Ik raad het boek iedere therapeut aan die onder zijn clienten tweeilngen heeft. Ik heb helaas vaak gezien dat deze niet goed geholpen werden, vanwege gebrek aan inzicht in de tweelingproblematiek. Of dat zelfs de tweelingstatus niet eens mee genomen werd in de diagnostiek. Net als de relatie met ouders ter sprake komt in een therapie, moet ook deze relatie geanaliseerd worden, wil de client baat hebben bij de behandeling.

Ook voor tweelingen zelf is dit een interessant boek zijn waarin ze zeker herkenning zullen vinden.

Coks Feenstra

Twins in session (2018)

Case Histories in Treating Twinship Issues

Dr. Joan Friedman