TWEELINGEN EN TWEETALIGHEID

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

6 de maart de 2013

TWEELINGEN EN TWEETALIGHEID

Tweetaligheid heeft vele voordelen en dit geldt ook voor tweelingen.

In sommige gezinnen worden twee talen gesproken, bijvoorbeeld wanneer de ouders een verschillende nationaliteit hebben, zoals in geval van een Nederlandse moeder en een Engelse vader. Dit noemen we het OPOL-model: one parent, one language. Of in het gezin spreekt men de taal van de provincie, zoals het Fries en buitenshuis Nederlands. Of een buitenlands gezin spreekt binnenshuis hun eigen taal en het Nederlands buitenshuis. Dit noemen we het OSOL-model: one situation, one language.

In het eerste geval spreken we van kinderen die simultaan tweetalig opgroeien. Het kind hoort vanaf de wieg andere klanken van papa dan van mama. In de andere twee gevallen spreken we van kinderen die successief tweetalig opgroeien.

Het leren van de tweede taal komt vaak pas als het kind naar de peuterzaal of kleuterschool gaat. In de eerste twee jaar van zijn leven is het kind heel gevoelig voor het leren van klanken. Simultaan tweetalig opgroeien heeft dan ook een aantal voordelen boven het successief tweetalig leren. Hoe dan ook, in de eerste vijf a zes jaar van zijn leven leert een kind heel gemakkelijk twee of meer talen. Hij associeert elke taal met een van zijn ouders of met de situatie.

Dit proces kent verschillende fasen:

• Tot voor het tweede jaar gebruikt het kind beide talen door elkaar. Hij weet nog niet dat het om twee verschillende taalsystemen gaat. In één zin mengt hij allebei, bijvoorbeeld: ‘Ik wil my doll’ of ‘I want mijn pop’.

• Tussen het tweede en derde jaar begint het kind te begrijpen dat er twee verschillende talen zijn en dat elk een eigen referentie-kader heeft. Zo begint hij meer Engels te praten tegen zijn vader en meer Nederlands met zijn moeder. Tijdens deze fase komt het vaak voor dat het kind een woord in beide talen zegt, zoals: pop-doll of fles-bottle.

• Tussen het vierde en zesde jaar leert het kind onderscheid te maken tussen beide talen en gebruikt hij de juiste bij de desbetrefffende ouder of situatie. Het kind spreekt beide talen zonder accent en is nu echt tweetalig (de definitie van tweetaligheid is dat de persoon over twee talen beschikt en deze allebei frecuent gebruikt).

VELE VOORDELEN

Het tweetalige kind begint over het algemeen iets later met spreken omdat het zich twee taalsystemen eigen moet maken. Toch is er nooit wetenschappelijk bewijs gevonden dat tweetaligheid voor een kind verwarrend is. Van tweelingen is ook bekend dat ze over het algemeen iets later beginnen met praten, omdat ze minder één op één gesprekken met hun ouders voeren (er is immers altijd het tweelingbroertje of zusje). Daarom vragen tweelingouders zich soms af of tweetaligheid voor hun kinderen wel wenselijk is. Er is geen specifiek onderzoek naar gedaan. Zelf ben ik van mening dat tweetaligheid zoveel voordelen heeft dat een eventuele tijdelijke achsterstand geen reden is om hen deze ervaring te onthouden.

Tweetalig opgroeien heeft vele voordelen:

1. Het meertalige kind heeft een opener blik en een ruimere geest. Twee talen betekent twee manieren van denken en zijn. Elke taal vertegenwoordigt een eigen cultuur. Het kind groeit daardoor met minder vooroordelen op en kent een grotere tolerantie tov andere mensen.

2. Hersencans tonen aan dat de hersenen van tweetalige kinderen bij de meeste taken minder activiteit vertonen en dus efficiënter werken. Dit geldt zowel voor de ‘simultanen’ als voor de ‘successieven’, al kwam wel naar voren dat de hersens efficiënter georganiseerd zijn naarmate een kind vroeger tweetalig is geworden. Het tweetalige kind kan beter focussen, omdat het van jongsafaan gewend is om te switchen en voortdurend de taal die niet relevant is, weg te filteren. Hierdoor beschikt het over een betere ‘ruisonderdrukking’ wat zijn concentratie-vermogen en algemene werkgeheugen ten goede komt.

3. Het meertalige kind leert makkelijker en sneller lezen, omdat het een gesproken taal eerder in woorden kan opdelen en die weer in klanken. Deze voorsprong geldt vooral voor het simultaan tweetalige opgegroeide kind.

4. Het meertalige kind leert sneller een nieuwe taal.

5. Zeer recent onderzoek toont aan dat mensen die hun hele leven lang regelmatig switchen tussen twee of meer talen, gemiddeld pas vier jaar later tekenen van dementie gaan vertonen. Het constant filteren kweekt cognitieve reserves waardoor het brein beter bestand is tegen Alzheimer.

Er is dus absoluut geen reden om je tweeling niet tweetalig op te voeden. Integendeel!

Enkele suggesties:

• Begin zo vroeg mogelijk –liefst al tijdens de zwangerschap- met het praten tegen je tweeling in je eigen taal.

• Vermijd het vermengen van beide talen. Praat altijd tegen je kind in je eigen taal ook als er bezoek is dat jouw taal niet begrijpt. Op die manier leert het kind dat een bepaalde taal bij zijn moeder hoort en een andere bij zijn vader, of wel één bij het gezin en de andere bij situaties buitenshuis.

——————-

Meer over de taalontwikkeling van een tweeling in ‘Het Grote Tweelingenboek’, Coks Feenstra, uitgeverij Ad. Donker.

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp