OVERWEGINGEN BIJ DE KEUZE

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

16 de mei de 2018

OVERWEGINGEN BIJ DE KEUZE

Hier alle redenen, overzichtelijk samengevat, om een tweeling, in groep 3, wel of niet bij elkaar te plaatsen.

In groep 3 doet zich opnieuw de vraag voor of een tweeling bij elkaar in de klas moet blijven of dat het beter is hen te splitsen. De tweeling groeit en verandert, waardoor niet zelden ouders nu een andere beslissing nemen. Of de school brengt advies hierover uit.

Het volgende overzicht kan hierbij een leidraad zijn, zowel voor ouders als school. Alle overwegingen worden in een overzicht genoemd (gebaseerd op een studie van David Hay, Curtin Universiteit Australië en Pat Preedy, Sherfield School, Hampshire, Engeland).

REDENEN OM EEN TWEELING IN APARTE KLASSEN TE ZETTEN:

• De kinderen zijn in staat om zelfstandig en autonoom te functioneren zonder elkaar. Ook als zich problemen voordoen, kunnen ze zichzelf redden.

• De onderwijzer zal het tweelingkind vergelijken met de klasgenootjes en niet met zijn tweelingbroer of -zus. Dit voorkomt de zo nadelige vergelijkingen.

• De tweeling heeft de mogelijkheid om eigen vrienden te maken. Dit zal ertoe leiden dat ze apart op verjaardagsfeestjes uitgenodigd worden, wat weer positief is voor de ontwikkeling van hun hun individualiteit.

• De leerkracht zal gemakkelijker een persoonlijke band met ieder kind kunnen opbouwen.

REDENEN OM EEN TWEELING BIJ ELKAAR IN DE KLAS TE HOUDEN:

• De tweeling funcioneert goed in de klas, maakt eigen vriendjes, zit elkaar niet in de weg, maar geniet wel van het bij elkaar in de buurt zijn.

• De meerling is in emotioneel opzicht nog erg jong en het samenzijn helpt hen bij de aanpassing aan school. Ook kunnen eventuele moeilijkheden, zoals scheiding van ouders, overlijden van een familielid, een verhuizing en dergelijke meespelen.

• De meerling zal niet de problemen hoeven meemaken die bij een groot deel van tweelingen werd opgemerkt in onderzoeken in leeftijd van vijf tot zeven jaar, zoals angst, onzekerheid, teruggetrokken gedrag en slechter presteren (met name bij lezen).

• Twee verschillende onderwijzers kan betekenen dat de één bevoorrecht wordt boven de ander. Dit is het geval als de één een populaire, geliefde leerkracht heeft en de ander een minder geschikte, strenge onderwijzer. Ook kan er een verschil in niveau per klas zijn waardoor het ene kind sneller leert lezen en rekenen. Als de tweeling erg ambitieus is, kan dit tot problemen tussen hen leiden.

• De leerkrachten zullen de tweelingband niet goed kennen en daardoor het individuele tweelingkind minder goed opvangen, bijvoorbeeld als het in de problemen zit en/of zijn tweelinghelft mist.

• De kinderen willen zelf niet gescheiden worden. Een gedwongen scheiding leidt vaak tot grotere afhankelijkheid.

• Voor ouders betekent één klas minder organisatie en minder stress. Denk aan ouderavonden, ouderparticipatie, huiswerk, enzovoort.

TWEELINGEN HEBBEN BAAT BIJ EEN SCHEIDING VAN KLAS ALS:

• Eén kind qua intellectuele ontwikkeling sneller en verder is dan het andere. Dit kan bij het minder snelle kind tot een laagzelfbeeld en frustratie leiden.

• De tweeling hetzelfde niveau probeert te houden waardoor één zich teveel moet inspannen of de ander zich juist inhoudt.

•tDe tweeling lastig en druk gedrag vertoont waarbij ze elkaar versterken. Dit verstoort de orde in de klas.

• De tweeling een rolverdeling hanteert die niet gunstig voor hen is. Bijvoorbeeld, de één is de ‘de verantwoordelijke’ die overal aan denkt, de andere is ‘de makkelijke’ die aan zijn broertje vraagt wat er gedaan moet worden.

• De tweeling voortdurend kibbelt en ruziet. Hun relatie verbetert als ze meer afstand van elkaar hebben.

• De één de ander in zijn vrijheid en onafhankelijkheid remt e hem niet met rust laat. Het samenzijn belet hen om aparte contacten aan te gaan, hetgeen hun sociale ontwikkeling remt.

• De tweeling erg competitief is en elkaar voortdurend in de gaten houdt. Hierdoor werkt geen van beiden geconcentreerd.

• De tweeling polariseert. Ze zoeken de extremen op om zich van de ander te onderscheiden, zoals de ‘lieve’ en de ‘stoute’, de ‘stille’ en de ‘lawaaischopper’.

• De één over de ander moedert waardoor deze geen zelfstandigheid ontwikkelt. Dit komt veel voor bij jongen/meisje tweelingen waarbij het meisje de moederrol vervult.

• De één thuis voortdurend over het (wan)gedrag van de ander vertelt.

• De tweeling zelf vraagt om in aparte klassen te worden geplaatst.

Er zijn dus voor- en nadelen bij zowel scheiden als samenplaatsen. Het sleutelwoord, wat betreft het beleid van school, is dan ook flexibiliteit. En voor ouders inzicht en inleving. Of misschien beter gezegd: afweging. Er is een checklist beschikbaar op de site van de NVOM (Nederlandse Vereniging van Ouders van Meerlingen) die zowel ouders als leerkrachten invullen om zo tot een goed besluit te kunnen komen.

https://www.nvom.nl/kc-art/checklist-samen-apart-naar-school/\”>https://www.nvom.nl/kc-art/checklist-samen-apart-naar-school/

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp