MEERLINGENBELEID VOOR SCHOOL

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

21 de mei de 2018

MEERLINGENBELEID VOOR SCHOOL

Hier een kort artikel dat jullie bij inschrijving van je tweeling mee naar school kunnen nemen. Bedenk dat onderwijzers in hun opleiding geen informatie krijgen over meelingen, dus hun kennis is gebaseerd op persoonlijke ervaringen en niet op wetenschappelijk onderbouwde feiten.

DE START: SAMEN BEGINNEN

Het samenstarten op school, op vierjarige leeftijd, is meestal gunstig voor een twee-en drieling. De aanwezigheid van het tweelingbroertje/zusje geeft zekerheid en vergemakkelijkt de aanpassing. Onderzoek wijst uit dat scheiden emotionele problemen bij een tweeling kan veroorzaken, zoals angst, verdriet, een terugval in hun ontwikkeling en gedragsproblemen. Ook bemoeilijkt het hun leervermogen, ze zijn namelijk niet (of minder) op hun gemak zonder hun tweelingbroertje of -zusje. Dit geldt zowel voor de één- als voor de twee-eiigen. Bij de eeneiige tweelingen kunnen de effecten zelfs de hele basisschoolperiode voortduren (onderzoek van Tully, Moffit et. al).

De psychologen, Lalonde en Moisan, Montreal, 2003, signaleren bij gescheiden tweelingen bij aanvang van hun schoolleven, deze symptomen:

1) Scheidingsangst

2) Bezorgdheid om de ander

3) Na schooltijd meer behoefte om samen te zijn (een toename in hun afhankelijkheid)

4) Een hekel aan school

Dit zijn duidelijke signalen die niet ontkend moeten worden. Niet zelden vertellen ouders mij dat de relatie tussen hun tweeling minder harmonieus is geworden nadat ze op school uit elkaar zijn gehaald. Dit heeft alles te maken met het feit dat een tweeling verward raakt over hun band, alsof het tweelingzijn iets slechts is.

In enkele gevallen -het zijn uitzonderingen, met name in het eerste schooljaar- is een scheiding wel aan te raden. Bijvoorbeeld, een één- of twee-eiige jongenstweeling kan een slechte relatie hebben waarbij ze elkaar in de weg zitten (competitie, vergelijken, ruzies, etc.). Daarnaast is er bij de jongen/meisje tweelingen nog wel eens sprake van dominantie. Meestal is het het meisje dat over het broertje moedert, hoewel het omgekeerde ook voorkomt. Ook dan kan een splitsing positief zijn. Toch is het voornamelijk pas op oudere leeftijd dat splitsen van een tweeling goed is (vanaf ongeveer 8 a 9 jaar, hoewel het type tweeling hierbij een grote rol speelt, dus het feit of de kinderen eeneiig dan wel van hetzelfde geslacht zijn). De kinderen zijn dan rijper, kunnen zonder elkaar en kunnen dan bijvoorbeeld profijt hebben van het feit dat ieder zijn /haar eigen ervaringen opdoet.

ADVIES aan school: bekijk elk tweelingpaar individueel en maak een inschatting op grond van de informatie die ouders inbrengen. Houd rekening met de prematuriteit van de kinderen en persoonlijke omstandigheden (scheiding ouders, overlijden van grootouders, etc.). Het belangrijkste aspect is de onderlinge relatie van de kinderen. Hoe verhouden ze zich tot elkaar?

Onderzoek (Lynn Gordon, Northridge Universiteit, Californië ) wijst uit dat 100% vam de eeneiige tweelingmeisjes, 5 jaar, in alle gevallen het liefst bij elkaar in de klas wil als ze met school starten. En 81% van alle tweelingen, 5 jaar, geeft aan samen te willen zijn bij aanvang van hun eerste schooljaar (in USA start de school op vijfjarige leeftijd).

SAMENVATTEND: samen beginnen is, behalve enkele uitzonderingen, de beste keuze. Het voorkomt dat de tweeling een dubbele scheiding ondergaat (van ouders en van co-twin). De relatie tussen een twee-en drieling is altijd hechter dan die tussen gewone broertjes en zusjes. Tweelingen zijn namelijk hechtingspersonen van en voor elkaar, net als ouders dit zijn. Ze ervaren in de eerste jaren stress als ze zonder elkaar zijn omdat samenzijn hun natuurlijke manier van zijn is. Dit is het grote verschil met eenlingen! Het komt doordat ze het prenatale leven hebben gedeeld en heel dicht met elkaar opgroeien. Door hen samen laten beginnen wordt hun onderlinge band gerespecteerd en hun specifieke situatie die wezenlijk anders is dan die van andere leerlingen.

Onderzoek van dr. Nancy Segal (Universiteit van Fullerton, Californië), toont aan dat vijf- tot zevenjarige tweelingen die bij elkaar in de klas zitten, af en toe even kijken waar de ander is. De eeneiigen doen dit meer dan de twee-eiigen (hun band is nog hechter), maar het komt bij beide groepen voor. Het zien dat de ander er is, werkt geruststellend voor ze. Ze hoeven niet naast elkaar te zitten. Het is voldoende voor ze om te weten dat de ander in de buurt is. Wel is het dan goed dat de tweeling zó zit dat ze elkaar kunnen zien.

Een tweeling in de klas heeft ook voordelen: voor andere kinderen is een tweeling niet zelden een voorbeeld van solidariteit. Ze zien hoe je voor elkaar zorgt, elkaar helpt en een hand toesteekt. Tweelingen hebben op sociaal gebied, vanwege het vroege delen, een voordeel. Ze ontwikkelen eerder het empathische vermogen, kunnen ook eerder delen en op hun beurt wachten.

Tips voor als de twee-of drieling bij elkaar in de klas zit:

• Het is belangrijk dat de onderwijzer de kinderen uit elkaar kan houden. Zo niet, dan ontstaat er geen persoonlijke band. Ouders kunnen hierbij een handje meehelpen door bijvoorbeeld color-coding te gebruiken (elk kind een eigen kleur, dus de een heeft altijd bijvoorbeeld iets roods aan, de ander iets blauws).

• Accepteer dat de tweeling elkaar af en toe opzoekt en elkaar verdedigt. Dit is een gezonde uiting van hun band.

• Eeneiigen zullen vaak dezelfde activiteit en speelhoek uitkiezen. Dit is niet zozeer omdat ze elkaar opzoeken, maar vooral omdat ze dezelfde hobbies en voorkeuren hebben. De genen spelen een grote rol in wat wij leuk vinden. Dus, vanwege het feit dat ze genetisch (vrijwel) identiek zijn, is het logisch dat ze hetzelfde uitkiezen.

• De eeneiige tweelingen spelen in de eerste periode (of jaren) veel samen omdat ze elkaar niet alleen als broer maar ook als vriend zien. Daarbij sluiten ze wel vriendschap met andere kinderen die vaak gemeenschappelijke vriendjes worden. Ze vinden namelijk dezelfde kinderen leuk. Pas in de latere schooljaren of op de middelbare school gaan ze eigen vrienden maken. Tweelingen zijn niet minder sociaal dan andere kinderen, maar de relatie met andere kinderen verloopt iets anders. Dat is inherent aan hun tweelingzijn.

Twee-eiige tweelingen maken sneller eigen vriendjes.

HOE VERDER NA HET EERSTE SCHOOLJAAR?

Na het eerste schooljaar is het goed om te evalueren of de meerling samen moet blijven of dat het een voordeel is de kinderen te splitsen.

Redenen om te splitsen zijn:

• De kinderen versterken elkaars gedrag, zoals bijvoorbeeld onrustig en druk gedrag. Met name eeneiigen hebben hetzelfde energie niveau. Zijn het bijvoorbeeld drukke kinderen, dan zijn ze samen nog drukker, het zogeheten ‘Tweeling Escalatie Syndroom’.

• De kinderen hebben een verschillend niveau. Het ene kind blijft achter bij het andere. Dit is voor het kind dat het minder goed doet, een negatieve situatie die kan leiden tot een minderwaardigheidsgevoel. \”Mijn co-twin is veel slimmer\”. Maar ook het ‘slimmere’ kind kan het akelig vinden voor zijn tweelingbroer/zus en minder gaan presteren om het verschil te verdoezelen. In aparte klassen zal een ieder zichzelf kunnen ontwikkelen al naar gelang zijn capaciteiten.

Tips voor als een meerling in aparte klassen zit:

• In de eerste periode kan het moeilijk voor ze zijn. Het is goed als ze elkaar dan mogen opzoeken of, af en toe, bij elkaar in de klas mogen zittten, bijvoorbeeld om een taakje te doen. Daarna gaat een ieder weer naar de eigen klas. Dankzij deze flexibiliteit leren ze om apart van elkaar te zijn. Na een tijdje is dit hulpmiddel niet meer nodig.

• Ze kunnen behoefte hebben om iets te delen met de co-twin (bijvoorbeeld hem vertellen over een mooi cijfer, het behalen van een een sticker). In zo’n geval is het goed hen toe te staan om elkaar even te zien.

• Het kind kan een splitsing van klassen als een straf ervaren. Het is goed om het kind de redenen te vertellen.

• Elk tweelingkind kan in zijn klas een hechte vriendschap met een ander kind sluiten dat eigenlijk een vervanging is van de co-twin. Niet altijd begrijpt het vriendje die betekenis.

Tips voor als de tweeling bijelkaar zit:

• Het is belangrijk om de kinderen uit elkaar te kunnen houden. Vraag hulp aan de ouders.

• Een eeneiige tweeling kan dezelfde fouten maken vanwege hun identieke genen. Dit betekent niet dat ze bij elkaar afkijken of huiswerk samen maken. Dit gebeurt ook als de een in een andere ruimte verkeert.

• Een eeneiige tweeling zal ongeveer dezelfde cijfers halen. Hun IQ is verrassend identiek. Genen hebben hier een grote invloed op. Presteert een van de twee beduidend minder, dan is er vaak een fysieke of emotionele oorzaak. Het is goed om dat uit te (laten) zoeken.

• Vergelijk nooit hun onderlinge prestaties in hun bijzijn (je broer had een 8 en jij …..). Dit wakkert competitie aan.

• Vraag nooit aan één opheldering over het gedrag van de ander. In dat geval moet er aan de ouders gevraagd worden wat er met het betreffende kind aan de hand is.

• Sommige gedragingen van de tweeling zullen lastig of storend zijn. Praat hier met ze over en bekijk de situatie vanuit hun standpunt. Tweelingen staan anders in het leven dan eenlingen. Voorbeeld: Jasper kan nog niet zijn veters strikken en huilt als juf hem opdraagt het te proberen. Zijn broer Bas schiet hem te hulp, maar het lukt hem ook niet en zegt tegen juf dat zij het moet doen. Het is belangrijk dat de juf deze interventie begrijpt (het is zorg voor zijn broer en niet zozeer kritiek op haar) en aan Bas uitlegt dat zij de zorg voor zijn broer draagt.

• Probeer om bij de rapportbesprekeningen over elk kind apart te praten.

Aandachtspunt: het komt nog altijd voor dat ouders verkeerd zijn ingelicht over de biologische oorsprong van hun tweeling. Dat betekent dat zij school vertellen dat hun tweeling twee-eiig is, terwijl onderwijzers grote moeite hebben om de kinderen uit elkaar te houden. Het is raadzaam om ouders dit te melden en hen een zygositeitstest te adviseren. Het weten van de zygositeit (één- of twee-eiig) is om medische en psychologische redenen heel belangrijk.

Coks Feenstra

Ontwikkelingspsychologe, gespecialiseerd in tweelingen

In het artikel ‘Overwegingen bij de keuze Samen of Apart’, op hier op deze site, vind je meer informatie.

En in mijn boek ‘Het Grote Tweelingenboek’, uitgeverij Ad. Donker.

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp