HOE ZIJN DE VRIENDSCHAPPEN VAN TWEELINGEN?

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

6 de maart de 2023

HOE ZIJN DE VRIENDSCHAPPEN VAN TWEELINGEN?

Het is goed om te beseffen dat tweelingen anders in vriendschappen staan dan eenlingkinderen. Een tweeling heeft namelijk al een vriendje, zijn co-twin. Dat zorgt er in de eerste plaats voor dat de noodzaak om een vriendje te zoeken minder is. Die behoefte komt wel, maar iets later. Zo zie je op de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf  en in  groep 1 van het basisonderwijs dat tweelingen veel samen spelen; de eeneiigen doen dit meer en langere tijd dan de twee-eiigen. En dan dient zich het tweede verschil aan: het tweelingkind gaat de vriendschap aan vanuit zijn ervaring met zijn tweelingbroertje of zusje. Die relatie staat model voor zijn vriendschappen met eenlingkinderen. Vriendschappen buiten zijn twin om zijn voor tweelingen een confrontatie met de wereld van niet-tweelingen. En die wereld is anders.

Sofie, die een tweelingzusje heeft, vertelt: “Mijn vriendinnetje Lineke was boos op mij en ging toen met Gemma spelen.” Ze is heel verdrietig en ze snapt het niet. Met haar zusje heeft ze ook wel ruzie, maar na  vijf minuten spelen ze weer samen. Sofie mist de loyaliteit die ze wel bij haar zusje vindt. Het is goed om haar uit te leggen dat dit bij vriendinnen soms gebeurt en dat die relatie anders is dan met je tweelingzus. Maar dat dit niet betekent dat het niet meer goed komt met haar vriendinnetje.  Op zijn beurt kan een eenlingkind zich onprettig voelen bij de claim die het tweelingkind op haar (of hem) legt. Lineke vindt Sofie te bezitterig en neemt daarom afstand. Het gedrag van Sofie is te begrijpen, want zij gedraagt zich in de vriendschappen zoals ze dat met haar zusje gewend is.

Soms zien kinderen een tweeling als een duo. Lennart, die een tweelingbroer heeft, is bevriend met Simon. Maar tot zijn grote schrik nodigt Simon hem niet uit voor zijn verjaardag, want ‘dan moet ik jouw broer ook vragen en die vind ik niet aardig’. Lennart is diep teleurgesteld. Door tussenkomst van de moeder die aan Simon uitlegt dat de tweeling echt niet altijd samen hoeft te zijn, komt het goed.  Verjaardagspartijtjes en speelafspraken kunnen bij tweelingen voor veel emoties zorgen, als er maar eentje uitgenodigd wordt. Jaloezie ligt op de loer en ook het alleen op iets moeten afstappen in plaats van met zijn tweetjes, is voor het tweelingkind een grote stap. Maar die ervaringen horen bij de wereld van de tweelingen en het is goed dat ze dat meemaken.

Marie Annet en Christien, een eeneiige tweeling, 9 jaar, hebben weer een ander probleem. Het zijn enthousiaste en praatgrage meisjes die samen nog drukker zijn dan ieder apart (het bekende tweelingescalatie-syndroom). Ze delen een vriendinnengroep. Ze merken dat er soms moeilijkheden ontstaan omdat ze overrompelend en dominant kunnen overkomen als het op plannen maken aankomt. “Ze vinden dat wij de baas spelen. Dat willen we helemaal niet, het gebeurt gewoon”, vertellen ze verdrietig aan hun vader. Ze zijn bang dat de vriendinnen hen niet meer in het groepje willen hebben.  Hun kracht als duo is inderdaad overrompelend en dat zullen ze moeten leren inzien.

Een en ander maakt duidelijk hoe vriendschappen voor tweelingen eigen, specifieke uitdagingen met zich meebrengen. Is er in een klas nog een tweeling, dan zie je vaak dat de twee paren veel met elkaar optrekken. Dat is logisch: ze begrijpen elkaar zonder woorden en staan op dezelfde manier in het leven.

Vriendschappen zijn voor alle kinderen heel belangrijk voor hun ontwikkeling. Voor tweelingen is het de eerste confrontatie met de eenlingwereld.  Bij eeneiigen is er nog een extra voordeel van contact met eenlingvriendjes: deze tweelingen begrijpen elkaar heel goed, hebben dezelfde interesses en kunnen vaak uren harmonieus met elkaar spelen. Met een vriendje zullen ze meer moeten communiceren, onderhandelen en zich moeten verplaatsen in de ander. Dat is leerzaam. En bovenal, juist door het contact met vrienden leert het tweelingkind zichzelf kennen, ervaart het de grenzen tussen hem en de ander wat hem tenslotte ook weer helpt om zichzelf los te zien van zijn co-twin. Voor een tweeling is het zoeken naar de identiteit niet de vraag ‘Wie ben ik?’, zoals dat is voor de eenlingen, maar ‘Wie ben ik zonder mijn co-twin?’. En vriendschappen helpen hem daarbij.

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp