HOE ERVAREN TWEELINGMOEDERS DE PEUTERFASE?

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

5 de november de 2019

HOE ERVAREN TWEELINGMOEDERS DE PEUTERFASE?

In het eerste twee levensjaren ervaren tweelingmoeders meer stress dan eenlingmoeders. Maar dit verandert na het tweede jaar, aldus onderzoek, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Een Israëlisch team van de Bar Ilan University deed in 2014 onderzoek naar het welzijn van tweelingmoeders en vergeleek die met eenlingmoeders. Bij dit onderzoek werden er 274 moeders ondervraagd, 147 tweelingmoeders en 127 eenlingmoeders. Hun kinderen waren peuters van twee jaar oud.

Ons welzijn wordt door verschillende factoren beïnvloed en wel de zogeheten ‘internal resources” e“external resources’. Of te wel, innerlijke hulpbronnen (hechtingsstijl, zelf-differentatie en zelfredzaamheid) en uiterlijke hulpbronnen (kwaliteit van de relatie met partner en hulp van grootmoeders).

Peuters van 2 jaar zitten midden in de separatie-individuatie fase. Ze ontdekken hun eigen ‘ik’ en zoeken autonomie . Het ‘ikke zelf doen’ is favoriet in deze periode. Tegelijkertijd hebben ze nog heel veel behoefte aan nabijheid en steun van mamma. Deze tegenstrijdige gevoelens leiden tot huil-en driftbuien. De stress die dit oplevert, maakt deze periode voor veel ouders lastiger dan latere fases. Voor een tweelingmoeder kan deze fase extra vermoeiend zijn want ze heeft met twee – vaak tegelijkertijd – tegenstribbelende peuters te maken die elkaar ook nog eens beïnvloeden.

Innerlijke hulpbronnen

De hechtingsstijl van de moeders werd in kaart gebracht. Hierbij zijn twee elementen belangrijk: vermijding en angst. Personen die laag scoren op angst of vermijding ervaren meer welzijn. Moeders die hoog scoren op vermijding, ervaren meer stress en vinden het moederschap minder bevredigend. Een angstige hechtingsstijl gaat gepaard met depressieve gevoelens.

Ook werd de mate van zelfdifferentiatie geanaliseerd. Dit betekent de mate waarin iemand in staat is om zijn emoties te reguleren en een duidelijk ‘ik-gevoel’ te behouden in een zeer nauwe emotionele band, maw emotionele rijpheid en onafhankelijkheid. Mensen die laag scoren op dit punt, verliezen zichzelf en ervaren een emotionele loskoppeling van eigen gevoelens. Hoge zelfdifferentiatie leidt tot hoog welzijn.

Externe hulpbronnen

Hierbij werd de relatie met de vader en de hulp van de grootmoeders bestudeerd. Eerdere onderzoeken, zoals Dyrdal et al., 2011 en Silver et al., 2006, hadden al aangetoond dat beide aspecten het welzijn van moeder positief beïnvloeden.

Dit werd in dit onderzoek bevestigd. Je goed voelen in je relatie, steun van je partner ervaren en hulp krijgen van de grootmoeders bevorderen het welzijn van de tweelingmoeder. En nog verrassender: de tweelingmoeders ervaren niet per sé meer stress dan de eenlingmoeders. Dit is in tegenspraak met eerdere studies die wel een hoger stressniveau en meer depressie aantroffen bij de tweelingmoeders (Thorpe et al,1991). Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat deze studies bij moeders werden gedaan in het eerste anderhalf jaar van hun tweelingmoederschap. Het is dus waarschijnlijk dat het welzijn van moeders na verloop van tijd terugkeert naar een eerder punt, vergelijkbaar met het vroegere functioneren van de moeder. Hierbij speelt haar persoonlijkheid een grote rol.

Het is, aldus dit Israëlische onderzoek, met name de steun van de eigen moeder die het meeste helpt. Moeders wenden zich eerder tot hun eigen moeders voor raad dan tot hun schoonmoeders.

Conclusie:

Steun van de partner en van de Oma’s (liefst van moeders kant) maakt dat tweelingmoeders de peuterfase niet als stressvoller ervaren dan eenlingmoeders. De verschillen in welzijn die gevonden werden tussen beide groepen, hadden met deze twee factoren te maken en niet met het feit of moeder een eenling dan wel een tweeling opvoedde.

Met andere woorden: investeer in je relatie en los onderlinge problemen op. Dat maakt dat je de dagelijkse zorg voor je tweejarige peuters beter aankan. En omarm de hulp van de Oma’s.

Mijn observatie: volgens ander onderzoek (Golombok et al., 2007) is er in het leven van meerlingmoeders in de eerste drie jaar wel meer stress dan voor eenlingmoeders. Hij onderzocht dit thema in de eerste drie jaar van een-, twee- én drielingmoeders. Waarschijnlijk is het nut van dit Israelische onderzoek vooral dat het het belang van goede hulp nog eens onderstreept, van zowel vader als van de Oma’s.

Literatuur

Well-being and Distress in Mothers of Two-Year-Old Singletons and Twins, Adi Noy, MSW, Orit Taubman-Ben-Ari, Jacob Kuint, Women&Health, 54, 317-335, 2014

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp