HET TWEELING ESCALATIE SYNDROOM

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

3 de december de 2013

HET TWEELING ESCALATIE SYNDROOM

Bij tweelingen en drielingen is het niet ongewoon dat ze elkaar versterken in hun driftbuien. Het heeft te maken met het zogeheten ‘Twin Escalation Syndrome’, of te wel ‘het Tweeling Escalatie Syndroom’ (TES).

Een voorbeeld:

Mathijs begint te huilen en op de grond te stampen. Claudia die meevoelt met haar broer, begint nog harder te huilen en op de grond te stampen. Dit versterkt op zijn beurt het gedrag van Mathijs. De tweeling voedt elkaar in hun reacties en de driftbui escaleert in een boze bui van allebei. Als de ouder er met zijn eigen gevoelens op reageert (‘en nu is het afgelopen’), dan loopt de situatie makkelijk uit de hand.

Dit gebeurt vaak bij driftbuien maar doet zich ook voor bij onschuldige situaties die door dit effect hun onnozelheid verliezen. Bijvoorbeeld:

Hidde blaast in zijn beker met melk. Hij is verrukt over de belletjes die daardoor ontstaan. Thijs doet dit na, maar iets harder. De melk gutst over de rand. Hidde pakt zijn beker op en begint hem te schudden. Binnen een tel zit de hele tafel onder de melk.

De kinderen imiteren elkaar voortdurend. Daarnaast zijn ze empathisch en voelen ze elkaars emoties aan. Maar er speelt nog meer mee: ze proberen tegelijkertijd evenveel aandacht van moeder of vader te krijgen als hun tweelinghelft. Competitie speelt dan ook een belangrijke rol bij het Tweeling Escalatie Syndroom.

Enkele suggesties

Zit je midden in een driftbui in tweevoud, blijf dan zelf zo rustig mogelijk. Haal even diep adem. En pas dan één van de volgende tips toe:

• Focus je aandacht op het kind dat als eerst een driftbui kreeg. Praat tegen hem. Zeg bv iets als ‘ik zie dat je heel boos bent. Je wilde zo graag….’. Richt je daarna op het andere kind.

• Haal de kinderen uit elkaar. TES doet zich voor omdat de kinderen in elkaars buurt zijn en elkaar nadoen en versterken. Als je ze uitelkaar haalt, is het gedrag snel over. Een time-out dus. Zorg wel voor twee aparte plekken.

• Leid hun aandacht af. Dit kan soms een TES voorkomen.

• Probeer dagelijks elk kind zijn eigen portie aandacht te geven, bijvoorbeeld bij het naar bed brengen. En zorg regelmatig voor meer individuele aandacht door met één kind iets te doen (een boodschap, de hond uitlaten, etc.). Dit vermindert de strijd om de ouderlijke aandacht.

• Sommige peuters hebben de neiging om met hun hoofd op de grond tegen de muur te bonken. Leer hen hoe ze met hun vuisten op de kussen kunnen slaan. De boosheid is niet slecht, maar wel de manier waarop ze die uiten. Corrigeer elke keer hun gedrag en laat hen de alternatieve manier van boosheid uiten zien. Die zullen ze tot slot overnemen.

Een moeder vertelt:

‘Mijn tweelingzoons van 14 maanden, Jan en Geert, zijn speels en lief, maar de laatste tijd ontwikkelen ze een verontrustend gedrag: als een speeltje kapot is of als we niet doen wat zij willen, een deur openen om maar wat te noemen, worden ze nijdig. Jan bonkt dan met zijn voorhoofd tegen de grond of tegen iets wat hij in zijn hand heeft. En Geert, die gewoon aan het spelen was, doet het na. Dan heb ik opeens twee driftige peuters. Ik probeer ze andere manieren te leren om hun boosheid te uiten: in een kussen stompen, met een hamer op een werkbank timmeren of iets dergelijks. Gelukkig beginnen ze dit te imiteren. Vooral het kussen is een groot succes’.

Meer informatie:

\’Het Grote Tweelingenboek\’ Coks Feenstra, Uitgeverij Ad. Donker

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp