Een moeder schrijft: “Mijn eeneiige tweelingjongens, 11 jaar, hebben een haat /liefde verhouding. Hoe ga ik om met die onderlinge conflicten die vanuit het niets opeens het hele huis vullen? Ik vind het allemaal zeer vermoeiend, kan het moeilijk volgen en zit regelmatig met mijn handen in het haar.”
De meest intieme band die er tussen mensen kan ontstaan, is die van een eeneiige tweeling. We kiezen als vrienden en levenspartners personen die genetisch op ons lijken. Je kunt je dus voorstellen hoe hecht de band is wanneer twee personen praktisch hetzelfde DNA hebben. Deze staan heel dicht bijelkaar en voelen en begrijpen elkaar heel goed. Toch heeft dit ook een keerzijde: de andere kant van de medaille is de intense boosheid en haat. Zowel de liefde als de haat zijn intens. Was sich liebt, das neckt sich, aldus een Duits gezegde.
Dit verklaart de situatie die deze moeder meemaakt. Er speelt nog meer: in elk kind, ook het tweelingkind, is er een sterk verlangen om het eigen ‘ik’ te vinden. Daarvoor is de nauwe, intieme band een belemmering. Als het kind een beslissing neemt (bv ik ga op hockey), dan denkt het altijd aan zijn tweelinghelft. Hoe vindt hij/zij dit? Het kind voelt een sterke loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel voor de ander. Dat kan belemmerend voelen. Ga ik me nu mijn hele leven zorgen maken over mijn tweelingzus?, vroeg een twaalfjarig tweelingmeisje me onlangs met wanhoop in haar stem. Aan de ene kant is de tweelinghelft een enorm rijk ‘bezit’ (altijd een maatje), aan de andere kan roept het frustraties op. Altijd iemand die me controleert, me bekritiseert, me nadoet en die zo op me lijkt? Wie ben ik dan eigenlijk? Deze ambivalente gevoelens leiden niet zelden tot heftige uitbarstingen, vaak zonder dat de tweeling het zelf begrijpt. Er is enkel dat gevoel van onbehagen.
Wat kun je als ouders doen? Er zijn een aantal factoren die het samenleven van de tweeling makkelijker maken. Ten eerste: zorg ervoor dat je band met elk kind sterk is. Hoe sterker, hoe beter de identiteitsontwikkeling van een ieder verloopt, zo blijkt uit onderzoek. Daarnaast is hun onderlinge relatie beter als hun individuele band met elke ouder sterk is. Tweelingen lijken vaak aan elkaar genoeg te hebben. Ze kunnen zich samen prima vermaken, maar dit is tegelijkertijd een valkuil: ze hebben ouderlijke aandacht, op individuel niveau, net zo hard nodig als eenlingen. In de meeste gezinnen komt het daar weinig van. Tweelingen zelf vragen er niet om en ouders hebben het al druk genoeg. Maar juist in die individuele momenten is er gelegenheid om het kind beter te ‘zien’, in te tunen op zijn verhalen en ervaringen en zijn gevoelens te valideren. Zonder de co-twin is er geen interferentie, geen stoorzender. Dan vertelt het kind zijn eigen verhaal. Zijn ze samen, dan beïnvloeden ze elkaar continu. En juist deze ervaringen, waarin je naar je kind luistert met volle aandacht en zijn belevingen spiegelt (ik begrijp dat je dit niet leuk vond, je voelde je….), leren het kind weer om zijn eigen ‘ik’ te ontdekken (ja, dat klopt, ik houd er niet van als….. hierin ben ik anders dan hij/zij). Dat vermindert de spanning tussen hen en dus ook de hatelijke uitvallen die vanuit het niets lijken te ontstaan. Maar leer ze ook om over hun onenigheden te praten. Vaak kunnen juist de eeneiige tweelingen dat helemaal niet goed; ze nemen dingen van elkaar aan zonder het te verifiëren. Hij zal me wel stom vinden.
Met simpele handelingen kun je voor meer individuele momenten zorgen: neem elke keer één mee als je de hond uitlaat, ga met ieder apart kleren kopen (naar de tandarts, dokter, bibliotheek etc.), zorg voor eigen speelafspraken met vriendjes, laat hen af en toe apart logeren en moedig eigen clubjes aan. Als ze hetzelfde kiezen (die kans is bij eeneiigen groot), zorg dan dat een ieder in een eigen groep komt. Als ze dan op andere dagen trainen, breng het betreffende kind er, zoveel mogelijk, alleen naar toe. Autoritjes zijn bij uitstek geschikt voor korte ontboezemingen.
De heftigheid van hun relatie zal er blijven, dat is eigen aan het tweelingzijn, maar als ouders heb je wel invloed op de ontwikkeling van hun individuele identiteit. Aandacht en begrip daarvoor maakt hun samenzijn een stuk harmonieuzer.
Coks Feenstra
Meer info: Het Grote Tweelingenboek, 5e editie 2023