EEN IDENTIEK WERKSTUK

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

19 de juni de 2019

EEN IDENTIEK WERKSTUK

Een moeder van een eeneiige tweeling plaatste onlangs op de Facebook pagina van de NVOM een bericht. Haar jongens werden beschuldigd van het samen maken van een werkstuk en hun cijfer werd door tweeën gedeeld.

Dit bericht deed, logischerwijs, veel stof opwaaien.

Daarom nu hier een artikel over (vrijwel) identieke prestaties bij eeneiige tweelingen.

Het is niet de eerste keer dat ik zoiets meemaak. Helaas komt het vaker voor dat eeneiige tweelingen beschuldigd worden van afkijken, kopiëren of het samen maken van een werkstuk. Hier zijn de genen verantwoordelijk voor en niet het vermeende gedrag.

WAT ZEGT ONDERZOEK HIEROVER?

Gelukkig is er in de wetenschap aandacht voor dit thema. Dr. Nancy Segal, psychologe en onderzoekster aan de Fullerton Universiteit van Los Angeles, bestreekt het in haar boek ‘Twin Mythconceptions’. Ze wordt vaak te hulp geroepen door wanhopige ouders die op school of opleiding van hun tweeling geen gehoor vinden voor hun uitleg over de identieke prestaties van hun kinderen.

Ik citeer haar, blz. 155 – 156 van het eerder genoemde boek:

…….”Uit verschillende wetenschapplijke tweelingstudies blijkt dat eeneiige tweelingen, die hetzelfde DNA hebben, zeer vergelijkbare academische talenten en vaardigheden vertonen. Daarom geloof ik niet dat de tweelingen die ik verdedigde, van elkaar afkeken of elkaars werk kopieerden. Hun vergelijkbare resultaten en geschreven teksten (opstellen, samenvattingen, werkstukken, essays) weerspiegelen hun gelijke vaardigheden, interesses en talenten. Verdenkingen van afkijken, kopiëren of samenmaken van werk zijn pijnlijk en worden niet zelden door een onderwijzer van een school uitgesproken, zelfs in een rechtbank. Ik heb een aantal keren als getuige opgetreden in rechtszaken. In deze gevallen refereer ik als wetenschappelijk onderzoeker, naar het wetenschappelijke bewijs van de vergelijkbare intellectuele prestaties op basis van genetische overeenkomsten. Ik argumenteer dat was als kopieer- of afkijkgedrag wordt gezien, simpel het gevolg is van het feit dat tweelingen zich zelf zijn.

Studies laten zien dat de eeneiige tweelingen gelijk scoren op algemene intelligentie-tests, op taken waarbij informatie verwerkt wordt, bij speciale mentale activiteiten en op schooltoetsen. Tweelingen leveren niet altijd precies dezelfde prestaties of antwoorden, maar komen wel in hun resultaten meer overeen dan geen enkel ander paar. Daarbij vertonen tweelingen die apart van elkaar opgroeien (bv door adoptie) grotere intellectuele overeenkomsten dan twee-eiige tweelingen en virtuele tweelingen ( broers/zussen zonder biologische band, van bijna dezelfde leeftijd die in eenzelfde gezin opgroeien, bv een biologisch- en een adoptie kind). Dit wijst op de invloed van de genen op intelligentie. Genetische factoren beïnvloeden de algemene intelligentie en specifieke bekwaamheden. Het is daarom niet verbazingwekkend dat eeneiige tweelingen (of drielingen) precies dezelfde cijfers halen, dezelfde ongewone fouten maken of tot dezelfde, ongewone conclusie komen als ze een werkstuk maken of een gedachte formuleren. Twee-eiigen hebben dit soms ook (ik heb één twee-eiige tweelingpaar verdedigd), maar veel minder vaak.

Voorbeelden uit het leven van tweelingen maken dit duidelijk, zoals in de biografie van de eeneiige cricketspelers, Alec en Eric Bedser, in de jaren 50.

“Ze behaalden altijd vergelijkbare cijfers, waarbij de een het ene jaar de beste van de klas was en de andere de tweede plek veroverde. Het jaar daarna was het precies andersom. De onderwijzer beschuldigde hen van afkijken en zette ze in aparte klassen. Toen bleek dat ze nog steeds identieke cijfers behaalden en dezelfde fouten maakten, moest hij zijn vergissing wel toegeven”.

Aldus Segal. Ze raadt tweelingen aan om niet naast elkaar te zitten zodat onderwijzers hen niet vals kunnen beschuldigen. Vorig jaar werd de NVOM benaderd door ouders van MBO studenten, ook een eeneiige tweeling. Het examenstuk van de ene dochter was goedgekeurd en ze studeerde in juni af, maar dat van de andere dochter werd als niet uniek beschouwd (of te wel: een kopie). Ze moest voor september een nieuwe maken. Ze hadden beiden hetzelfde onderwerp gekozen omdat hen dat het meeste boeide, hetgeen heel normaal is bij eeneiigen. Helaas kon mijn bemiddeling er niet voor zorgen dat dochter twee alsnog in juni mocht afstuderen. Het werd september. En ik kan me heel goed voorstellen dat ze dit werkstuk wel samen hebben gemaakt!

Mijn advies is: bespreek met elkaar waar je examenstuk over gaat en breng nuances aan zodat je werk niet identiek wordt. Tegelijkertijd doe ik ook een oproep aan alle docenten: bedenk dat eeneiige meerlingen gelijke werkstukken maken, inclusief identieke fouten. Onderzoek toont aan dat vergelijkbare schoolcijfers, werkstukken, fouten en opmerkingen bij eeneiige tweelingen heel normaal zijn.

Bron: Twin Mythconceptions\’, Nancy L. Segal, Academic Press

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp