Ik kan een vraag fluisteren die mijn moeder naast me niet verstaat, maar jij in de andere kamer wel

Ik mag aan jouw haar trekken, maar een ander niet

In een menigte raak ik de groep en de juf kwijt, maar jouw hand vind ik altijd.

Als ik van roze hou, dan houd jij van blauw, want dan is roze gewoon bezet.

Als ik alleen ben met papa en mama, zeggen ze altijd dat ik met de minuut meer op jou ga lijken.

Wanneer jij bij een vriendinnetje speel, dan ga ik praten voor twee, zodat mama niet door heeft dat er eentje mist.

Wanneer we een dag niet samen zijn geweest, dan doen we eerste een dansje om weer met elkaar in balans te komen.

Hoe hard ik ‘s nachts als baby ook huilde, het maakte jou nooit wakker.

Als jij van een staart houdt, dan hou ik van een vlecht.

Wij zijn eeneiig, want jij lust alleen het eigeel en ik alleen het eiwit.

Ik ben stil als jij wilt slapen, ook al ben ik zelf nog niet moe

Als ik beneden ben, ben jij boven.

Als ik in de spotlight sta, zit jij in het achtergrondkoor.

Als ik introvert ben, ben jij extravert.

Zo schaatsen we door het leven, de ene keer is de ene voet voor, de andere keer de andere. Als ik in de spiegl kijk, dan zie ik niet mijn spiegelbeeld, maar het gezicht van mijn zus.