EEN BIJZONDERE RELATIE

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

22 de januari de 2013

EEN BIJZONDERE RELATIE

Hier een interview met Coks over de opvoeding van tweelingen.

JE VERTELT VAAK DAT TWEELINGEN JE FAVORIETE THEMA ZIJN. WAT IS HET DAT JE ZO AANTREKT?

Hun relatie, de band die ze hebben, de loyaliteit tegenover elkaar, zelfs hun ruzies, want dat is in feite hetzelfde. Het bewijst de sterke band die hen bindt.

KUN JE ONS EEN ANEKDOTE VERTELLEN DIE JE BIJ IS GEBLEVEN UIT JE CONTACTEN MET TWEELINGOUDERS?

Ik herinner me, dat ik eens met een tweelingmoeder en haar tweeling van amper 2 jaar oud, boodschappen deed. Toen ze aan een van haar jongens een snoepje aanboden, vroeg hij, vóór hij het aanpakte, of zijn broertje ook een snoepje kreeg.

WAT IS VOLGENS JOU HET GROOTSTE VERSCHIL TUSSEN HET OPVOEDEN VAN EEN TWEELING EN KINDEREN VAN VERSCHILLENDE LEEFTIJDEN?

Een tweeling maakt alle fases van hun leven tegelijkertijd door en dit maakt het opvoeden moeilijker. Ze vechten meer, want ze houden van dezelfde dingen; ze wedijveren meer, want ze willen hetzelfde kunnen; bij de zindelijkheidstraining moet je op twee kinderen tegelijk letten. Als ze in de koppigheidsfase zitten, heb je twee kleintjes die de hele tijd ‘nee’ roepen en als ze in de puberteit komen, zijn er twee pubers die opeens niets meer met je te maken willen hebben en alles van jou stom vinden. Er zijn ook voordelen: ze hebben altijd een vriendje om mee te spelen. Ze vervelen zich minder.

HET BIJBRENGEN VAN REGELS IS LASTIGER, WANT ZE VERSCHUILEN ZICH ACHTER ELKAAR. WAT VOOR ADVIES KUN JE ONS GEVEN?

Meer dan bij de opvoeding van één kind moeten de ouders streng en consecuent zijn. Het is ook belangrijk om tegen elk kind apart te praten want dan voelt het zich meer aangesproken dan wanneer je tegen beiden iets zegt. Maar het is even belangrijk om te zorgen dat je met elk kind apart dingen onderneemt: dit verstevigt je band en roept in je kinderen meer de behoefte op om ‘lief’ te zijn. Dus probeer momentjes te creeren waarin je iets met elk kind apart doet. Elk kind wil tenslotte de goedkeuring van zijn ouders en bij tweelingen is dit hetzelfde.

IN JE BOEK SCHRIJF JE DAT ONZE KINDEREN VOORDEEL HEBBEN IN SOCIAAL OPZICHT: ZE BEGINNEN ¨BIJVOORBEELD EERDER MET INTERACTIEF SPELEN, TERWIJL LEEFTIJDSGENOOTJES NOG PARALLEL SPELEN.

Dat klopt. Tweelingen ontwikkelen ook eerder empathie. Zij merken het op als een kind huilt of in de problemen zit, bv in een crèche. Ze worden dan zenuwachtig en zoeken met hun blik de verzorgster, terwijl andere kinderen gewoon doorspelen. Leidsters van crèches merken dit op.

WAT KUNNEN OUDERS DOEN IN GEVAL BIJ DRIFTBUIEN DIE BIJ ONS HEFTIGER ZIJN EN VAKER VOORKOMEN?

Het is belangrijk dat ouders het waarom van de driftbuien begrijpen. Het is de uiting van een emotie op een leeftijd waarop een kind nog niet over andere middelen beschikt, zoals woorden. Daarom gooit het kind zich op de grond of gaat stampvoeten. De frustratie en het onvermogen zijn hem compleet de baas. Het kind praat met lichaamstaal. De ouders moeten niet toegeven, want dat zou de driftbuien alleen maar doen toenemen. Het kind leert dan dat het zin heeft om driftig te zijn. Ouders moeten juist rustig blijven en iets tegen hem zeggen in de zin van: ‘ik zie dat je heel boos bent’. Op die manier voelt het kind zich gehoord. Bovendien leert het zo een woord voor zijn gevoel, zoals boos, verdrietig, gefrustreerd, etc. Dit helpt het kind op twee manieren: het voelt zich gerustgesteld (zijn ouders begrijpen zijn gevoel, gelukkig, want hij schrikt er zelf van) en hij leert het woord voor zijn emotie.

Op den duur zal hij zelf kunnen zeggen: ‘Mamá, ik ben boos’ in plaats van schoppen en slaan. Maar dit gaat niet van de ene op de andere dag. Ouders moeten geduld hebben. Het is zelfs zo dat de driftbuien bij tweelingen langer voortduren dan bij andere kinderen. Dit komt omdat ze zo dicht op elkaar leven en omdat er dus meer moeilijke momenten zijn, zoals je tweelingbroertje dat jouw speeltje afpakt of die het wint bij een spelletje. Een andere reden waarom de driftbuien langer duren bij tweelingen, is dat hun taalontwikkeling later op gang komt. En woorden zijn immers belangrijk om je gevoelens te uiten.

SLAPEN IS EEN VAN DE ANDERE STRUIKELBLOKKEN VAN TWEELINGOUDERS. WAT KUN JE ONS AANRADEN WANNEER WE REGELMATIG HET BED UIT MOETEN OM TWEE OF DRIE KINDEREN TE KALMEREN?

Het probleem in perspectief zien! Het is nl iets dat overgaat. Het regelmatig wakker worden ‘s nachts en de angstdromen hebben te maken met het feit dat de hersenen van het kind nog niet volledig ontwikkeld zijn. De slaap van een volwassene heeft minder momenten waarom de twee slaapfases (diep en oppervlakkig) zich afwisselen. Bij een kind is dat voortdurend aan de gang en daardoor wordt het sneller wakker. Bovendien maken kinderen veel mee overdag, leren voortdurend nieuwe dingen en dat moet ‘s nachts allemaal verwerkt worden. Dat geeft een onrustige slaap. Als ze dan wakker worden, is het donker en slaat de angst makkelijk toe. Soms is de enige oplossing dat ouders om beurten bij de kinderen slapen. Sowieso is het aan te raden dat de tweeling bij elkaar op de kamer slaapt, dat voorkomt een hoop problemen. Alleen in het geval dat ze elkaar wakker houden, is het goed om twee kamers te gebruiken. Dit komt bij jonge twelingen niet veel voor. Verder is het ook belangrijk om overdag een vast schema aan te houden en vaste regels. Regelmaat overdag en leiding (‘nee’ als het nodig is) zorgt voor rust ‘s nachts.

WE WORDEN VAAK GEVRAAGD OVER DE SCHOOLSITUATIE EN MET NAME OF TWEELINGEN WEL OF NIET BIJ ELKAAR IN DE KLAS MOETEN. WAT IS JOUW MENING? EN VIND JE DAT OUDERS HIERIN EEN DOORSLAGGEVENDE STEM MOETEN HEBBEN?

Ik ben niet voor één norm die voor alle twelingen moet gelden. Er zijn een aantal factoren waar rekening mee gehouden moet worden. In de eerste plaats, als de tweeling nog klein is (ongeveer tot 3 jaar), ben ik een voorstander van het samenplaatsen. Waarom? Op deze leeftijd kennen ze amper nog hun eigen ‘ik’, ze zitten nog midden in de fase van ‘wij’. Vaak kennen ze nog niet hun eigen naam en/of verwarrren ze hun naam met die van hun tweelinghelft. Bovendien betekent scheiding van klas voor hen een dubbele scheiding: van mama en van hun broertje of zusje.

Vanaf 3 jaar – dan hebben ze al meer het ‘ik-gevoel’ ontwikkeld – kan het soms beter zijn als ze in aparte klassen komen. Maar er moet een motief voor zijn. Scheiden op zich, met het idee dat dat de ontwikkeling van hun eigen identiteit ten goed komt, wordt niet bevestigd door wetenschappelijke studies. Daarvoor zijn andere factoren verantwoordelijk, zoals de opvoeding thuis, hun ervaringen buitenshuis, etc. Toch wordt dit vaak als reden opgenoemd! Wat hierbij totaal niet in ogenschouw wordt genomen, is dat er tussen tweelingen een speciale band bestaat en een zekere mate van afhankelijkheid (ook te benoemen als ‘aanhankelijkheid’). Die is er en daar moet rekening mee worden gehouden. Het wordt te vaak als iets slechts gezien. Tweelingen komen zelf in een fase waarin ze los van elkaar willen zijn, meestal in de puberteit. Dan gaan ze zelf die strijd aan. Natuurlijk is het goed om hen te stimuleren om apart van elkaar dingen te ondernemen, maar een splitsing van klas is vaak te kunstmatig, zo niet traumatisch. Wat kunnen de redenen zijn om ze wel te scheiden? Bv veel ruzies, competitie, dominantie, elkaar in de weg zitten, een sterk verschil in nivo. Ja, ik vind dat ouders een hele belangrijke stem moeten hebben in deze keuze. Zij kennen tenslotte hun kinderen het beste.

WAT TE DOEN ALS EEN VAN DE TWEE BETERE CIJFERS HAALT DAN DE ANDER?

In feite speelt dit ook bij kinderen van verschillende leeftijden, al is het bij tweelingen heftiger. Ouders kunnen er het beste geen punt van maken. Het belangrijkste is of een kind zich inspant en of het het naar zijn zin heeft op school. Vaak is het de tweeling zelf die vergelijkt. Leg hen dan uit dat elk van beiden hun eigen talenten hebben. De een is goed in sport, de ander in taal. Als er hele grote verschillen zijn, is het meestal goed on hen in aparte klassen te plaatsen. Dan kunnen ze allebei hun eigen capaciteiten ontwikkelen zonder te vergelijken. Ook voor het kind dat beter presteert, kan het een opluchting zijn! Want het komt niet zelden voor dat dit kind minder gaat presteren om zijn zusje of broertje geen pijn te doen.

WAT IS HET BESTE VAN HET TWEELINGZIJN VOOR DE KINDEREN ZELF EN VOOR DE OUDERS?

Voor de tweeling is dat het hebben van een trouwe kameraad. Oudere tweelingen noemen dit ook altijd als positief punt. Voor de ouders is het heel speciaal om de bijzondere band tussen hun kinderen mee te maken. Een moeder vertelde me laatst nog hoe ze geniet als haar twee-jarige tweeling samen speelt. Ze kunnen samen een uur in de weer zijn met hun poppen die gewassen en aangekleed worden. Ook lezen ze die voor of elkaar en al die tijd vragen ze amper tijd van de moeder. Ze gaan helemaal op in hun spel. Dit zijn de bijzondere momentjes waar ouders van genieten. Een tweeling opvoeden is niet makkelijk en zeker vermoeiend, maar het is ook enorm verrijkend. Dit is zo voor alle ouders, maar ouders van een tweeling beleven, in mijn ogen, dit met een extra dimensie.

—————-

Dit interview werd gepubliceerd in het driemaandelijkse blad ‘Múltiples’ van de Vereniging van Ouders van Meerlingen, AMAPAMU, uit Madrid, zomer 2012.

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp