ALS EEN ALTIJD VOOR DE ANDER WIJKT

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

15 de januari de 2019

ALS EEN ALTIJD VOOR DE ANDER WIJKT

“Een van mijn tweeling bepaalt altijd wat ze gaan spelen of wie wat mag hebben. Moeten we dan ingrijpen of niet?”, is een vraag die me regelmatig gesteld wordt.

Deze situatie kan zich ook voordoen bij broers en zussen van verschillende leeftijden waarbij eentje altijd aan het kortste eind trekt. En dat hoeft dan niet de jongste te zijn. De adviezen die ik zal noemen, gelden dan ook voor deze situaties.

EEN PERSOONLIJK VERHAAL

Paula beschrijft me de situatie van haar twee-eiige tweelingmeisjes, van 5 jaar:

“Laura is behoorlijk pittig en protesteert snel. Als haar iets niet zint, dan laat ze dat weten. Haar tweelingzusje, Elisa, is rustig en een beetje verlegen. Tussen hen is er een patroon ontstaan dat me zorgen baart. Laura dringt haar zus altijd haar wens op en Elisa geeft meestal toe. Bijvoorbeeld gisteren. Elisa was aan het spelen met haar pop. Op dat moment kwam Laura bij haar staan en vroeg haar of zij de pop mocht hebben (ze vindt deze pop nl heel mooi). Elisa stemde daarin mee. Ik was het er helemaal niet mee eens en ik zei tegen Laura dat ze iets anders moest zoeken want dat Elisa nu juist zo fijn met haar pop aan het spelen was. Laura begon heel zielig te huilen en Elisa zei: ‘Mama, laat maar, ik vond het toch al niet meer zo leuk. Ik ga tekenen’. Elisa verdraagt niet dat haar zus huilt en noch minder dat er tussen hen onvrede is. En daarom geeft ze bijna altijd toe. Elisa ging dus tekenen en maakte vervolgens een prachtig regenboog. Maar ik bleef met een vervelend gevoel zitten. Niet dat Elisa ongelukkig lijkt, maar het voelt niet goed”.

Hier zien we het volgende:

Eentje is assertief en geeft duidelijk aan wat ze wil. De ander is vreedzaam, rustig, verlegen en gevoelig voor harmonie in hun relatie. De eerste heeft het nodig om het terrein af te bakenen en is emotioneel onzeker. De ander kan zichzelf heel goed vermaken, ook nadat dat ze iets van zichzelf (de pop) aan haar zus heeft moeten afstaan. Het zijn twee hele verschillende karakters. Een tweeling zoekt altijd naar een zekere balans in hun relatie. Daarom geeft Elisa toe. De tekening laat haar karakter zien. De regenboog staat voor harmonie en vrede en de gebogen vorm geeft de flexibiliteit en het aanpassingsvermogen aan. Het is daarom goed dat de moeder op dat moment niet verder doorpakte en de situatie liet voor hoe ze was.

Maar uiteraard zijn er grenzen.

Ons karakter is voor 50 a 60% aangeboren. Tijdens ons leven verandert het niet drastisch. Maar het is wel zo dat de opvoeding van de ouders invloed heeft op hoe het karakter zich ontwikkelt. Als Laura altijd haar zin kan doordrijven en nooit gestopt wordt, zal haar felheid en assertiviteit krachtiger worden. In de toekomst zal ze altijd personen zoeken die doen wat zij wil. Met de tijd is het niet ondenkbaar dat ze een behoorlijk lastig persoon wordt die geen ‘nee’ verdraagt.

Als Elisa altijd toegeeft, zal ze niet leren om zichzelf te verdedigen en haar eigen wensen te respeteren. Ze wordt een speelbal van wat anderen van haar verlangen. Ze zal ook niet leren dat na een ruzie alles weer goed kan komen. Dit zal haar in haar persoonlijke ontwikkeling remmen, want ze zal niet haar volledige potentieel tonen. Dit kan haar op den duur ongelukkig maken.

Voor beide meisjes zijn er dus aspecten van het samenleven die ze moeten leren.

Ik gaf moeder het advies om tussenbeide te komen als er iets heel oneerlijks gebeurde, wat voor haar gevoel echt niet door de beugel kon.

Nu is het zo dat twee-en drielingen elkaar altijd verdedigen. De reactie van Elisa is niet ongewoon tussen zusjes die een tweeling zijn. Hun loyaliteit is enorm. Maar Laura moet leren om frustraties aan te kunnen en mag niet altijd alles voor elkaar krijgen wat ze wil. En Elisa moet er op kunnen vertrouwen dat haar spullen en haar wensen gerespecteerd worden. Zo leren ze beiden geven en nemen.

Ook in het contact met andere kinderen zullen ze dit leren. Voor Laura is het goed dat ze met oudere kinderen speelt (dan zal ze moeten toegeven), terwijl voor Elisa het contact met jongere kinderen goed is. Dan kan zij een keer de leiding nemen en bepalen wat er gebeurt.

Als dit patroon tussen de meisjes niet verandert, is het goed om aparte klassen te overwegen. Dan zal Laura waarschijnlijk degene zijn die het daarmee het moeilijkste heeft.

Nog een leuke tip die een moeder toepaste: ook bij haar tweeling was eentje altijd nummer 1. Als ze een fietstocht maken met het gezin (vader, moeder en de meisjes), was zij altijd degene die vooraan fietste tot de ouders dit veranderden en de meisjes om beurten als eerste mochten. Dit gaf een enorme kick aan het andere kind. Opeens fietste zij voorop!

Coks Feenstra

Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp