De rollen die tweelingen ten opzichte van elkaar innemen, kunnen een belemmering betekenen voor een vrije ontwikkeling van hun ‘ik’. Tweelingen zoeken vaak harmonie in hun relatie, omdat ze zich niet goed voelen over zichzelf als er ruzies en wrijvingen zijn. “Boos zijn op mijn tweelingbroer is als boos zijn op mezelf”, vat Daan samen. Daarom geeft Daan toe en protesteert niet als zijn broer iets doet wat hem eigenlijk stoort. Hij houdt de boze gevoelens voor zichzelf, zodat hun relatie niet in gevaar komt.
Zelfs ogenschijnlijk positief gedrag kan een totaal tegenovergestelde emotie verhullen. Rivaliteit kan gecamufleerd worden in de vorm van meewerkend gedrag, het zogeheten altruistic surrender. Dat speelt ook bij Daan en zijn tweelingbroer Fynn, 34 jaar. Ze runnen samen een bedrijf. Fynn is in alle opzichten de baas. Daan probeert het zijn broer zoveel mogelijk naar de zin te maken, terwijl hij van binnen rivaliteit en frustratie voelt. Op een dag kan hij het niet meer aan en besluit het bedrijf te verlaten tot verbijstering van zijn broer. Die dacht dat hij zijn broer juist hielp door hem in ‘zijn’ zaak op te nemen en begrijpt niet wat er aan de hand is. Alinda en Vega (38) wonen samen en durven niet bij hun partners te gaan wonen, omdat ze bang zijn elkaar los te laten. Ze zitten gevangen in symbiotische afhankelijkheid naar elkaar.
In tegenstelling tot wat men vaak denkt, praten tweelingen niet makkelijk over emoties omtrent hun onderlinge relatie. Het subtiele aanvoelen van elkaar, zonder veel woorden nodig te hebben, creëert een moeilijkheid om tot eigenheid te komen en vanuit het ‘ik’ te spreken. Hierdoor leren ze hun emoties niet onder woorden te brengen. Maar in contact met andere mensen hebben ze woorden nodig om uit te drukken wat ze voelen. Zoals de vriend van een tweeling zei: “Leg me uit hoe je je voelt. Ik kan dat niet raden!. Je zult met me moeten praten”.
Het niet/ onvoldoende uitspreken van emoties bij tweelingen geeft afstand en verwijdering. En bemoeilijkt zelfkennis. Onuitgesproken emoties kunnen uiteindelijk genegeerd en niet (meer) gevoeld worden. Dit staat ook het volwassen worden, een zekere ‘mentale rijping’, in de weg. Emoties blijven op een kinderlijk niveau steken, omdat ze door ze niet te uiten, niet doorleefd worden en je niet leert er goed mee om te gaan. Of de emoties worden opgedeeld of te wel uitbesteed: de een uit boosheid, de ander ‘hoeft’ dat dan niet meer te doen. Dit leidt ook tot een beperkte emotieregulatie.
De rollen die tussen hen zijn ontstaan, vormen een patroon dat ze in andere relaties meenemen en herhalen. Nayra, die altijd de meegaande van de twee was, neemt dezelfde houding aan in haar relatie tot haar echtgenoot. “Ik gaf altijd toe aan mijn zus, omdat ik geen ruzies verdroeg. Ik deed hetzelfde met mijn man, totdat hij op een dag mij de ogen opende. Ik besloot hulp te zoeken, omdat ik me zo verward voelde. Ik kende mezelf niet goed. Ik heb een tijdje niet met mijn zus gesproken, maar dankzij therapie is onze relatie nu veel evenwichtiger.”
De eeneeige tweeling Nancy en Janna Sipes geven in hun boek ‘’Dancing naked in front of the fridge’, tips aan tweelingen:
- Praat samen over je relatie op een diepgaand niveau.
- Analyseer de rollen. Hoe waren deze vroeger? Kloppen ze nog of moeten ze bijgesteld worden?
- Praat over oude conflicten en knelpunten. Vertel wat voor emoties deze oproepen. Uit deze, vergeef elkaar en laat ze los.
- Stel grenzen:
- In hoeverre mag je elkaar advies geven?
- Wat wil de een van de ander? Spreek individuele wensen en behoeften uit, misschien zelfs hoe vaak je elkaar ontmoet en spreekt.
- Analyseer de wederzijdse afhankelijkheid. Is de een afhankelijker dan de ander? Welke gevoelens roept dat bij ieder op?
- Voelt de een zich beperkt, belast of onder druk gezet door de ander? Spreek de behoefte uit om je vrij en autonoom te voelen en zo te gaan gedragen.
- Zijn er momenten waarop je zin hebt om weg te rennen, hoewel de loyaliteit dit verhindert? Praat erover.
- Wissel rollen af om erachter te komen hoe dat voelt.
Een tweeling zei ooit tegen me: “Ik ben eigenlijk twee personen. Bij mijn tweelingbroer voel ik me op een bepaalde manier, als ik met andere mensen ben, voel en gedraag ik me anders. Mijn broer heeft dit ook. Samen vormen we vier personen. De kunst is om twee personen te zijn, dat wil zeggen, om onszelf te zijn, binnen en buiten onze tweelingrelatie.”
Dit is een doorlopend leerproces dat in elke fase van het leven verschillende vormen zal aannemen. Het is niet ongewoon dat tweelingen, tussen de 20 en 30 jaar, moeilijkheden ondervinden in hun proces van identiteit ontwikkelen en zelfrealisatie. Er zijn tegenstrijdige verlangens, zoals autonomie aan de ene kant en samensmelting/verbinding aan de andere kant. In deze levensfase zoekt een ieder zijn studie/werk, een partner, gezin, woning en vriendschappen. Tweelingen hebben als groep niet vaker therapie nodig dan andere mensen, maar als ze dat wel doen, hebben de problemen in de meeste gevallen te maken met het zoeken naar de eigen identiteit, de band met de co-twin, de angst om zich eenzaam te voelen en afhankelijkheid.
Tegenwoordig is het mogelijk om therapie te vinden om issues rond het tweeling zijn/ conflicten op te lossen met therapeuten, gespecialiseerd in tweelingen en tweeling-problematiek. Vaak zijn de therapeuten/ze zelf een tweeling en daarom zijn zij degenen die de dynamiek van een tweelingrelatie echt van binnenuit kunnen begrijpen, meevoelen en hun eigen weg naar identiteit en ontwikkeling meennemen in het behandel-contact.
Een praktijk waar deze hulp geboden wordt is:
Praktijk VSPC te Arnhem, Caroline Vons, opgegroeid binnen een eeneiige tweeling relatie en moeder van een tweeling; www. vspc.nl