EETPROBLEMEN BIJ TWEELINGEN

Coks Feenstra · Ontwikkelingspsychologe

19 de november de 2025

EETPROBLEMEN BIJ TWEELINGEN

Tweelingen hebben niet meer psychische problemen dan eenlingen, aldus onderzoek. Er zijn echter wel twee uitzonderingen: anorexia nervosa en selectief mutisme. Deze komen beiden meer voor bij tweelingen. In dit artikel ga ik in op het eerste probleem (in een volgend blog zal ik selectief mutisme bespreken).

Eetproblemen

Tweelingen lopen, aldus The Centre of Health Equity Studies, Universiteit van Stockholm, 2014, 33% meer kans op het ontwikkelen van een eetprobleem; anorexia, boulimia en binge-eating (je regelmatig vol proppen). Bij een eeneiige tweeling, van wie een anorexia krijgt, heeft de ander meer dan 50% kans om het ook te ontwikkelen. De genen spelen een rol bij eetproblemen en aangezien hun DNA (vrijwel) identiek is, verhoogt dit de kans. Bij de twee-eiigen, die ongeveer 50% van hun genen delen,  is deze kans 11%. De kans voor een eenling, met broers en zussen, is lager.

Alle mogelijke oorzaken zijn onderzocht, zoals vroeggeboorte, roken van moeder tijdens de zwangerschap, minder ouderlijke aandacht, maar dit lijken niet doorslaggevende  redenen te zijn.  Bij de eeneiigen speelt mee dat het gewicht een manier wordt om zich te onderscheiden van elkaar: is eentje slanker, dan wordt dat een belangrijk deel van haar identiteit (ik ben de slankste). Dit zet de ander er toe aan om ook af te vallen. Gewicht wordt een competitie element. Tweelingen kijken als het ware in de spiegel als ze elkaar zien en vergelijken zich met elkaar. De samenleving doet dat ook, tweelingen worden altijd met elkaar vergeleken (de slimste, de mooiste, etc.). Het vinden van een eigen identiteit is voor tweelingen complexer dan voor eenlingen vanwege de nauwe band en het voortdurend bij- en met elkaar zijn. Uitvinden wie je bent, is dan lastiger. Het eten wordt een manier om over op zijn minst één  aspect controle te hebben: het gewicht. Eeneiige tweelingen versterken elkaar daarin, tot soms desastreuze gevolgen.  Daarnaast spelen ook persoonlijkheidskenmerken, zoals perfeccionisme en controle-dwang , een rol.

Wat is de invloed van de opvoeding? Lang werd gedacht dat een slechte moeder-dochter band een oorzaak was van het probleem .Alexia Spanos, Michigan Universiteit en Matt McFue, Minnesota Universiteit, deden in 2010 onderzoek bij eeneiige tweelingen van wie een anorexia ontwikkelde en de ander niet. De veronderstelling was dat degene met de ziekte een slechtere relatie met de ouders zou hebben. Het onderzoek werd longitidunaal uitgevoerd, dat wil zegen dat de meisjes een aantal opeenvolgende jaren werden onderzocht, namelijk bij 11, 14 en 17 jaar. Uit het onderzoek bleek dat de relatie ouders-kind niet slecht was bij de aanvang van het probleem, maar wel gespannen en slechter werd naarmate de ziekte zich ontwikkelde. De slechtere relatie was dus een gevolg van de anorexia en niet de oorzaak.

Dit bevestigt Nicole Siegfried, directrice van The Highlands Treatment Center van Birmingham, Alabama. ‘Ouders zijn een deel van de oplossing’ is haar conclusie.

De signalen waar je op moet letten:

  • Verandering in de houding ten opzichte van eten, zoals obsessieve belangstelling voor voedsel met weinig calorieën, leugens over eten, het verstoppen of het hamsteren van eten.
  • Een plotselinge afname van gewicht of gewichtstoename.
  • Een geïsoleerde positie op school en weinig vrienden; obsessief bezigzijn met het behalen van goede cijfers en /of een excessieve sportbeoefening.

Wat je kunt doen:

  • Leg niet teveel nadruk op uiterlijk schoon. Leer je kinderen, door jouw voorbeeld, wat gezond eten betekent en hoe je goed voor jezelf kunt zorgen door beweging, afwisselende voeding en een gezonde levensstijl. Wees zelf tevreden over je lichaam.
  • Tweelingen proberen tijdens de puberteit om los te komen van ouders én van de co-twin. Dit geeft vaak ambivalente gevoelens, zoals de co-twin nodig hebben en fel bekritiseren. Luister naar hun struggles, zorg voor een-op-een tijd en laat je niet negatief uit over één in vergelijking met de ander. Laat ieder zijn verhaal vertellen zonder te oordelen. Een luisterend oor is in deze fase, naast enkele duidelijke regels, het beste medicijn.
  • Vermoed je een eetprobleem, praat er dan met je kind over (de kans is wel groot dat het kind het ontkent). Het is belangrijk om niet te lang te wachten met het zoeken van hulp, met name bij een eeneiige tweeling. Ga naar je huisarts en vraag een verwijzing. Individuele- en gezinstherapie worden aangeraden.
Comparte este artículo si te ha gustado
Facebook
Twitter
Email
WhatsApp