Waar komt jouw interesse voor tweelingen vandaan? Ben jezelf een tweeling of heb je een tweeling?
Deze vraag wordt me vaak gesteld. Ik weet nooit goed wat ik moet antwoorden. Nee, ik ben geen tweeling en mijn drietal zijn eenlingen. ‘Ik heb wel tweelingpoppen…..’ denk ik er vaak bij, maar zeg dat meestal niet. Mijn tweelingpoppen is het enige bewijs dat ik als kind al interesse had in het thema. Ze hebben alle verhuizingen overleefd, zelfs de emigratie naar mijn nieuwe land. Ze prijken trots in mijn boekenkast, dat vol staat met boeken over tweelingen.
Het idee om me te wijden aan het thema, kwam doordat ik, in 1995, bij het opvoedkundige tijdschrift Crecer Feliz vragen tegen kwam van tweelingouders. Ik beantwoordde daar de brieven (mails waren er nog niet) van ouders. Op zoek naar een boek voor hen, merkte dat dat niet bestond. Snap jij dat nou? Daar moet toch een boek over zijn, meldde ik aan de hoofdredactrice, tevens mijn vriendin. ‘Misschien moet jij het schrijven’ stelde ze voor. Een gouden tip! Ik begon aan een prachtig avontuur dat tot vandaag toe doorgaat. Mijn boek kwam in het Spaans uit, later vertaalde ik het in het Nederlands. Ik werd gevraagd voor lezingen in Mexico. Mijn kennis groeide, het voelde als een sneeuwbal die de berg afrolde.
De vraag ‘ben ik soms zelf…..? ging af en toe door me heen, met name bij het lezen van ‘The Lone Twin’, van Joanne Woodward. Het boek staat vol met getuigenissen, zijzelf verloor haar tweelingzus op driejarige leeftijd en elk verhaal raakte me diep. Ook las ik over het verdriet en de verwarring bij alleengeboren tweelingen. Ik herkende me in de verhalen over eenzaamheid, de sterke behoefte aan samenzijn. Ik ging op zoek naar mijn eigen geschiedenis. Als vijfde kind van haar en gezien haar leeftijd, was er bij mijn moeder een grote kans op een dubbele ovulatie. Echo’s waren er niet. Ik kwam te vroeg ter wereld en was heel klein. Dat zijn signalen van een mogelijke tweelingzwangerschap…. maar ja, echt overtuigend vond ik het ook weer niet.
En mijn poppen dan? Ja, dat was wel opmerkelijk, evenals mijn schoolvriendinnetje, die de helft van een tweeling was; later de vriendjes, ook halve tweelingen. De interesse was er en ook mijn gevoelens spraken een duidelijke taal. Ik las onlangs het boek ‘The embodied mind’ van Thomas Verny. Ik leerde dat er een celulair geheugen bestaat. We onthouden niet alleen met ons brein, maar ook met onze cellen! Al van jongsafaan. Een mooi boek, wel complex vanwege de medische informatie. Maar dat van het celulaire geheugen bleef me bij. Het is een wetenschappelijk bewezen feit. Toch iets om me aan vast te klampen.
Deze zomer deed ik een familie-opstelling. Ik wist dat dat licht zou kunnen werpen op mijn existentiële vraag. Ik kreeg antwoord, duidelijk voelbaar. Ik kan er niet meer omheen: er was een ander kindje, een meisje, het zusje waar ik altijd zo naar verlangd heb, in het gezin met de vijf broers.
Nu kan ik de vraag beantwoorden. Het voelt fijn, de puzzel is af. Hoe mooi dat onbewuste beslissingen zo raak kunnen zijn. Ik ga nog lekker een tijdje door met mijn mooie werk.
Coks Feenstra